9.8
Michaël
Het was alsof ik een stukje van het paradijs had gevonden nu ik met Aurora in mijn armen kon slapen. In het donker streelde ik haar haren en door het zwakke licht van de maan kon ik nog net haar gezicht zien als ze zo dichtbij was.
Ze zag er zo vredig uit als ze sliep. Ik kon uren naar haar kijken.
Toch bleef ik me afvragen wat ze voor me verborg. Nadat ik haar twee weken terug had verteld hoe ik aan mijn littekens kwam had ze me gezegd dat ze me zou vertellen wat er in het paleis gebeurde, maar ze was er niet meer over begonnen en ik was bang dat ze dicht zou klappen als ik ernaar vroeg.
Ik had gedacht dat haar oom haar sloeg, maar tot nog toe had ik nergens blauwe plekken of wonden op haar volmaakte huid kunnen ontdekken, waardoor ik weer begon te vrezen dat hij misschien aan haar had gezeten. Aan de andere kant was ook dat niet logisch. Als iemand Aurora misbruikte zou ze nooit zo onschuldig en gretig op mijn aanrakingen reageren…
Mijn bezorgdheid werd echter met de dag minder heftig omdat Aurora steeds verder ontspande en behalve de gewoonlijke spierpijn na een training leek ze nergens meer last van te hebben. In aanwezigheid van anderen was ze nog wat stroever, hoewel dat bij de tweeling ook steeds minder werd. Wat ook geen wonder was, want de twee haalden de gekste dingen uit om haar aan het lachen te krijgen.
Ik keek weer naar haar gezicht en glimlachte toen ze achterin haar keel laag kreunde en in haar slaap dichter tegen me aan kroop. ‘Mica… ja.’
Stiekem vroeg ik me af wat ze droomde, maar waarschijnlijk was het maar beter dat ik dat niet wist. Ik verlangde zo heftig naar haar dat het pijn deed en ik wist dondersgoed dat zij ook naar mij verlangde, hoewel ze niet eens precies kon begrijpen wat ze voelde.
Natuurlijk had ik kunnen doen wat die achterlijke, botte idioot van een Silvan had voorgesteld; haar nemen en allebei genieten, plezier hebben voor zolang het kon duren. Maar hoe graag ik haar lichaam ook wilde, ik wilde ook haar hart en haar ziel.
Silvan mocht dan wel beweren dat een rijder een prima partij was voor een prinses, maar ik haatte het idee dat ik haar niet kon geven wat ze verdiende. Ik had niet eens een huis!
Een stemmetje in mijn achterhoofd piepte echter onmiddellijk dat ik prima een huis zou kunnen bouwen. Ik kon leren me aan te passen en het gekonkel in het paleis leren uit te staan. Misschien als ik haar waard was kon ik haar overhalen met me te trouwen. Heel misschien kon ik haar zelfs wel overhalen het grootste deel van de tijd hier in de bergen door te brengen, weg van al het gedoe en wat haar dan ook kwaad deed in het paleis.
Ze hield van me zei ze. Misschien was dat genoeg…
Met een zucht drukte ik mijn gezicht in haar zachte haren en sloot mijn ogen. Ik zou een manier moeten bedenken om het ter sprake te brengen zonder dat ik voor gek stond als ze me direct afwees, zodat ik haar kon laten inzien dat het helemaal geen slecht idee hoefde te zijn om met mij te trouwen.
Haar zachte lichaam tegen het mijne en die vage, hoopvolle gedachte waren genoeg om me uiteindelijk in slaap te sussen toen het al weer lichter begon te worden. Maar net zoals de laatste paar dagen bleef Aurora ook in mijn slaap door mijn gedachten dwalen en mijn dromen zagen geen enkele reden om mezelf op wat voor manier dan ook te beheersen.
Er zijn nog geen reacties.