9.2
Michaël
Bewonderend keek ik toe hoe Aurora zich bewoog. Ze was absoluut geen enkele partij voor Silvan, dat kon iedere gek zien. Maar ze was snel, verbazingwekkend lening en bovendien zo koppig als een ezel.
Silvan was geen moment nonchalant of onvoorzichtig, maar toch sloeg hij haar steeds met kinderlijk gemak van zich af en hoewel ik wist dat die klappen hard aan moesten komen, gaf ze geen kik. Aurora zou echter niet vragen om een pauze of toegeven dat ze niet meer kon. Daar was ik na twee weken al wel achter, maar Silvan wist dat niet. En dus bleef hij haar opjagen, terug slaan en uitdagen.
Steeds als ze een nieuwe klap incasseerde moest ik mezelf beheersen om er niet tussen te springen. Toen Aurora echter voor de zoveelste keer achterover viel en haar hand open haalde aan een steen vond ik het wel welletjes.
‘Liefje, waarom ga jij niet even lekker wat drinken? Dan laat ik Silvan even zien dat hij zelf ook nog altijd zijn zwakke plekken heeft.’ Ik kwam soepel overeind en trok met een klein glimlachje mijn zwaard.
Heel even nam Silvan Aurora op, maar zag toen blijkbaar ook in dat hij haar totaal uitgeput had. ‘Je bent beter dan ik dacht.’ Hij glimlachte breed naar haar en ik zag haar ogen oplichten. ‘Je zult nog veel moeten oefenen en je moet sterker worden, maar zodra het zwaard klaar is, is het voor jou.’
‘Dank je.’ Ze veegde ongeduldig haar haren uit haar gezicht. ‘Ik kan best nog een ronde.’
‘Dat geloof ik direct. Maar ik wil niet op mijn geweten hebben dat Michaël uit vorm raakt.’ Silvan wisselde het oefenzwaard voor zijn eigen zwaard en gebaarde dat ze opzij moest gaan. Hij was het grootste deel van de tijd nogal bot en recht door zee, dus voor zijn doen was dit behoorlijk tactvol.
Het was duidelijk dat Aurora moe was. Zonder nog verder te protesteren ging ze opzij en onmiddellijk viel Silvan me aan. Jarenlange training met hem hadden me echter geleerd bedacht te zijn op zijn snelheid en ik draaide weg en stak mijn been uit.
Met een enorme dreun landde Silvan vloekend op de grond en ik lachte vrolijk. ‘Je zou nu toch wel eens moeten weten dat ik daar niet meer in trap.’
‘Etterbak.’ Grinnikend sprong hij weer overeind en begonnen om elkaar heen te cirkelen.
Nadat ik een oppervlakkige snee in mijn onderarm had opgelopen en Silvan en behoorlijke blauwe plek op zijn kaak had kondigde Aurora slaperig aan dat ze zich ging opfrissen.
Na nog een half uur hijgden Silvan en ik allebei als karrenpaarden en hielden we op. Pas toen ik hem op zijn draak weg had zien vliegen liep ik de grot in en bleef glimlachend staan.
Aurora was op het bed in slaap gevallen. Ze droeg nog steeds de jurk, maar had wel de vlecht in haar haren los gemaakt, zodat het nu over het kussen viel. Voorzichtig trok ik het deken over haar heen en drukte een kus op haar zachte haren, ze mompelde iets, maar sliep wel verder.
Nu ze toch sliep besloot ik dat ik me net zo goed even kon opfrissen in een van de bronnen, bovendien zou het warme water goed zijn voor mijn pijnlijke spieren. Ik koos een van de ondiepere bronnen die het dichtst bij het pad lag, trok mijn kleren uit en liet me met een genietende zucht in het water zakken.
Dit moest echt een stukje van het paradijs zijn. Ik sloot mijn ogen en direct dwaalden mijn gedachten af naar wat Silvan eerder had gezegd. Ik zou Aurora dolgraag als de mijne willen hebben… maar hoewel ze me vast niet uit zou lachen, zou je waarschijnlijk ook geen ja kunnen of willen zeggen.
Ik moest met mijn hoofd tegen de kant geleund in slaap gesukkeld zijn, want ik schoot wakker toen ik voetstappen dichterbij hoorde komen. Zonder geluid te maken griste ik mijn zwaard naar me toe en kwam langzaam overeind.
‘Mica? Michaël?!’
Het was Aurora maar. Ik liet mijn zwaard weer zakken. ‘Ik ben hier, liefje. Wacht even dan-‘ De woorden bleven steken in mijn keel toen ze tussen de bomen door kwam. Heel even zag ik een opgeluchte glimlach op haar gezicht en kwam ze dichterbij, tot ze me in het water zag staan. Haar blik flitste over me heen en ze werd vuurrood.
Er zijn nog geen reacties.