8.9
Aurora
“We moeten gaan, liefje.”
Ik voel Michaël zacht aan mijn schouder trekken, maar ik negeer hem. Op mijn knieën aai ik het kleine draakje. Hij lijkt een beetje op Salazar, maar dan zoveel kleiner. “Waarom? Ik wil nog niet weg.”
“Omdat we moeten eten. Kom mee, prinses.”
“Oh.” Een beetje teleurgesteld sta ik op en kroel de kleine draak nog een keertje. “Maar hij is zo lief.”
“Ik weet het.” Hij slaat een arm om mijn schouders en lijdt me mee. “Maar we moeten gaan.”
Ik sta toe dat hij me mee de grot uittrekt en sla mijn arm om zijn middel. De laatste tijd lopen we steeds vaker zo. In het begin vond was het erg onwennig en vreemd, in ieder geval voor mij, maar als we nu niet zo lopen ben ik doodsbang dat er iets mis is. Tevreden leun ik met mijn hoofd op zijn schouder.
“Dank je wel voor dit.”
“Ik doe het graag.”
Een zachte kus belandt op mijn hoofd. Het is geweldig om even zo met hem rond te lopen. Door het fijne gevoel dat door me heen stroomt besef ik me weer dat ik van hem hou. In ieder geval dat denk ik. Het gevoel blijft fantastisch. Zelf stop ik met lopen, waardoor Mica ook stopt. Een beetje verbaasd kijkt hij naar beneden en opent zijn mond al om iets te zeggen. Zijn woorden smoor ik met mijn eigen lippen. Genietend van zijn lippen ga ik op mijn tenen staan en woel door zijn net iets te lange haren. Het is heerlijk dat ik hem steeds mag aanraken zonder vreemd aangekeken of gestraft te worden. Hier mag ik gewoon doen wat ik wil en dat is fantastisch.
Licht hijgend zak ik terug op mijn voeten en glimlach. “Dat was mijn bedankje.”
“Mm. Je mag me wel vaker zo bedanken.”
Gewoon omdat ik de verleiding niet kan weerstaan kus ik hem nog een keer zacht. “Ik zal onthouden dat je het leuk vindt om zo bedankt te worden.
Er zijn nog geen reacties.