8.7
Aurora
“Je had ze een mep moeten verkopen, liefje.”
In de rustige straten slaat Michaël een arm om mijn schouders. Na alles van vanavond sta ik dat maar wat graag toe en ik kruip verder tegen hem weg. Er is nu toch niemand die me zal herkennen.
“Misschien, maar dat zou niet netjes zijn geweest.”
“Liefje toch.” Naast me lacht Mica zacht en hij trekt me nog iets dichterbij. “Je bent veel te lief.”
“Als jij het zegt.” Ik stop met lopen en draai me naar hem om. Een tedere kus belandt op zijn wang. “Je bent mijn redder.”
“Nee.” Michaël torent opeens heel ver boven me uit en buigt zich over me heen. “Ze onthoofden me hier vast voor...”
Zijn lippen glijden zo zacht over de mijne dat ik ze bijna niet voel. Het is net de kus van een vlinder voor mijn gevoel. Strelend en zacht.
“Oh.” Mijn ogen, die zijn dichtgevallen, fladderen weer open. “Ik hou ze wel tegen als je dat nog een keer doet.” Hij begint te grijnzen. Zo oogverblindend mooi dat ik mezelf niet kan inhouden en hem zacht zoen. “Ik hou denk ik echt van je.”
“Ik hou ook van jou.” Een kus beland op het puntje van mijn neus. Daarna trekt Michaël me weer mee. “Kom, we moeten de draken niet laten wachten. En ik wil je vasthouden.”
De huid op mijn wangen wordt warm. Een duidelijk teken dat ik begin te blozen. Wat is het een geluk dat het donker is. Dan kan Mica het niet zien.
We komen aan het op het pleintje, waar we de draken hebben achtergelaten. Salazar is de enige draak die meteen te zien is. Zoekend naar Nyx kijk ik om me heen. Pas als mijn ogen een paar keer over het plein zijn gegleden zie ik haar. Zacht grinnikend kijk ik naar een slapende Nyx.
“Ze is goed verstopt.”
Er zijn nog geen reacties.