6.3
Aurora
De jongens zijn zo druk. Ze vliegen bijna letterlijk van hot naar her, klimmen op hun draak en rennen weer verder. Glimlachend volg ik ze met mijn ogen terwijl ik zelf rustig op een steen zit. Michaël draait aan het spit, waar het konijn aanhangt. Ontspannen en gelukkig leun ik naar achteren en kijk naar de lucht. Salazar vliegt in trage cirkels rond en negeert de andere spelende draken.
“Het is zo rustig.”
Michaël kijkt op van het konijn en schudt glimlachend zijn hoofd. “De tweeling komt eraan. Het zal niet lang zo blijven.”
Hij heeft gelijk. Nog geen minuut laten klinken er rennende voetstappen over het gras en komen de jongens tevoorschijn. Tegelijkertijd ploffen ze op de grond neer en grijnzen.
“Wij moeten ervandoor.”
“Arida wacht op ons.”
“Straks hebben we een probleem.”
Het is fascinerend om te zien hoe de jongens zin na zin om de beurt een zin afmaken. Zouden tweelingen dat altijd doen? Of is het alleen deze tweeling?
“Jullie kunnen ook blijven eten als jullie willen.”
Weslin, of is het toch Gabrial, kijkt verlekkerd naar het konijn. “Graag.”
Best wel trots op mezelf schuif ik iets opzij en leun tegen Michaël aan. Ik heb nog nooit iemand te eten gevraagd. Het heeft me ook nog nooit zo gezellig geleken om te beginnen met eten.
Michaël snijdt het konijn in stukken en geeft iedereen een ongeveer even groot stuk. Een beetje beduusd staar ik naar het stuk dat ik in mijn handen gedrukt heb gekregen.
“Wat is er, prinses? Heb je liever iets anders?”
“Nee nee nee. Ik heb nog nooit konijn gegeten, maar het is zo groot.”
Alle drie schieten ze in de lach. In mijn hoofd hoor ik zelfs Salazar grinniken.
“Als je het niet op krijgt eet één van ons het wel op.”
Gerustgesteld neem ik een klein hapje van het vlees. Het smaakt een beetje rokerig door het vuur, maar is veel lekkerder dan verwacht. Al etend leun ik met mijn hoofd op Michaëls schouder en luister naar de plagerijtjes, die de tweeling en hij aan elkaar uitdelen. Zou een hechte familie altijd zo met elkaar omgaan?
Er zijn nog geen reacties.