Schrijfwedstrijd Heimdall ~ Opdracht 1
Beste persoon-die-dit-vindt,
misschien vraag je je af wat je net gevonden hebt. Wat je net zag glimmen in het mulle zand. Waar je voor uit je vliegende auto gestapt bent.
Er zijn toch wel vliegende auto’s in het jaar 2514, of niet?
Ik heb geen beeld van de toekomst. Niet eens van morgen. Sinds mijn geboorte al heb ik het inschattingsvermogen van een steen. Waarom maak uitgerekend ik dan een tijdscapsule, vraag je?
Ik heb zoveel vragen. Omdat ik geen invulling kan schetsen bij het vage concept “toekomst”, kan ik niet ophouden met me er vragen over te stellen. Ik zet stappen vooruit en strek mijn armen, zonder er ooit in te slagen iets aan te raken.
Wonen jullie nog in huizen? Zweeft iedereen een paar centimeter boven de grond? Laat je je hologramhond uit aan een hologramleiband? Rolt je robotbutler je baby voor zich uit in een interactieve kinderwagen met straalmotoren?
Hier lijkt alles gewoon zijn gangetje te gaan. We leven in onze vierkantige huizen en eten cornflakes uit kartonnen dozen, stappen in onze Volkswagens en rijden naar school of werk, we lopen onze geliefden voorbij op straat zonder op te kijken van onze Blackberry’s, lezen een boek zonder het te begrijpen, vervelen ons rot, klagen over het leven, zappen ongeïnteresseerd langs het nieuws – doen al die dingen die we altijd doen. Zonder ons te realiseren wat ze betekenen.
We gaan naar school en dommelen in met ons hoofd op onze slordige pennenzakken, klagen aan één stuk door en blijven maar in de verte staren naar de grote, weidse Toekomst. We vragen onze moeders ons met rust te laten, rollen met onze ogen als ze ons proberen te helpen, kruisen de dagen af tot we uit huis kunnen gaan. We gooien onze oude spullen weg omdat we bewerend dat we ze haten, proberen onze oerlelijke kamers op te knappen met fotolijsten en filmposters, zoekt stiekem op het internet al naar een appartement waar je op jezelf zou kunnen gaan wonen.
En we wachten. Op de Toekomst.
Wat je je niet realiseert, is dat de Toekomst vandaag ook plaatsvindt. Neem nu dit exacte ogenblik, waarop ik op mijn slechtgelakte duimnagel kauw en de woorden probeer te vinden.
Tegen de tijd dat ik het opgeschreven heb, hoort het al in het Verleden thuis. Over een oogwenk, de volgende keer dat je in- of uitademt, iedere keer als de klokwijzer vooruit tikt, wordt het Heden het Verleden. En de Toekomst het Heden.
Het klinkt logisch.
Maar toch blijf je uitstellen. Je vestigt al je hoop op de Toekomst.
"In de Toekomst wordt het beter. In de Toekomst doe ik iets aan mijn leerhouding. In de Toekomst werk ik harder. In de Toekomst laat ik mensen vaker weten wat ze voor me betekenen. In de Toekomst ga ik de woonkamer herinrichten. In de Toekomst ga ik vaker joggen."
Weet je wat?
De Toekomst is vandaag.
Er is geen reden om te wachten tot je een denkbeeldige lijn over stapt, tot een stewardess je bij de arm neemt en je de Toekomst in wijst.
En toch hopen we allemaal.
"In de Toekomst vertel ik het hem. In de Toekomst stuur ik mijn werk op naar een uitgeverij. In de Toekomst los ik het wel op. In de Toekomst zal alles wel op zijn plaats vallen. In de Toekomst vind ik mijn eigen plek wel."
Maar eigenlijk, is de Toekomst is vandaag.
Gewoon vandaag.
Je hoeft nergens op te wachten, je hoeft niet reikhalzend uit te kijken naar het einde van je schooltijd of een ander groot, nieuw begin. Iedere seconde is een nieuwe, nieuwer dan de vorige. Tik. Nieuw begin. Tak. Nieuw begin. Tik. Nieuw begin.
Ik denk dat ik dat gewoon even wilde laten weten.
Dat je niet hoeft te wachten tot je nieuw wordt. Het is nooit te vroeg om gloednieuw te worden. Ook nooit te laat.
De Toekomst begint vandaag.
Reageer (1)
Heel mooi sentiment en wonderbaarlijk mooi geschreven !
9 jaar geleden