5.8
Michaël
De blik haar ogen vertelde me dat ze eerlijk was. En dat ze dat bovendien maar niks vond. Toch durfde ik het nog niet helemaal te vertrouwen, kon ik het niet helemaal geloven.
‘Waarom?’ Aarzelend deed ik een stap haar kant uit. ‘Hoe kun je zo bang zijn voor water?’
Er schoof een schaduw over haar gezicht en ze sloeg haar ogen neer. Even dacht ik dat ze zich opnieuw voor me afsloot en me af zou wimpelen met een of ander vaag antwoord.
‘Mijn vader… hij is… hij is verdronken.’ Haar stem klonk kleintjes en ze bleef naar haar handen staren.
‘Alle goden. Liefje, dat spijt me.’ Ik dacht niet verder meer naar en liep haastig naar haar terug. Ze keek pas op toen ik voor haar neerhurkte en haar kin optilde. De blik in haar mooie ogen was een beetje verwilderd, maar ze ontspande met een zucht toen ze me zag.
‘Blijf je?’ Vroeg ze hoopvol.
‘Ja. Als dat is wat jij wilt.’
‘Ja.’ Met verrassend veel kracht greep ze mijn handen vast. ‘Sorry dat ik zo deed. Ik geloof je, ik geloof je echt. Ik snap alleen niet waarom. Al die dingen… ze zijn wel waar. Waarom zie jij dat niet?’
‘Ik zie alleen maar een hele mooie, lieve, grappige en slimme vrouw. Ze is bang en eenzaam en dat kan ik niet aanzien. En als ik zie dat ze pijn heeft wil ik de veroorzaker het liefst met mijn blote handen vermoorden.’
Haar ogen werden iets groter en ze mompelde onzeker: ‘Mica ik… Ik weet niet of ik het al kan…’
‘Dat hoeft ook niet.’ Met mijn duim streelde ik over haar knokkels. ‘Je hoeft het me nog niet te vertellen als je dat niet wilt, liefje. Als je maar niet meer tegen me liegt en het ontkent, ik ben niet gek of blind.’ Ze knikte snel en ik glimlachte geruststellend naar haar. ‘We kunnen dit op jouw tempo doen, Aurora. Ik hou van je. Als het makkelijker voor jou is kan ik ook gewoon je vriend zijn, dan zal ik niks- wat is er?’
Ze was begonnen met haar hoofd te schudden en werd vervolgens zo rood als een tomaat. ‘Ik… eh… ik vind het juist fijn als je me kust.’
Een brede glimlach trok over mijn gezicht en ik kreeg zin om haar tegen me aan te trekken en te kussen en te knuffelen. Ik hield me echter in. ‘Dan zal ik daar dus maar niet mee stoppen.’ Zachtjes drukte ik een kus op allebei haar handen en keek naar haar op. ‘Laten we je benen verzorgen, dan kan ik je hier alles laten zien.’
Aurora schoof ongemakkelijk heen en weer en sloeg haar ogen opnieuw neer. Toch gaf ze wel antwoord, iets waar ik duidelijk nog aan moest wennen. Haar stilzwijgen en ontkenningen waren me zo snel gewoon geworden.
‘Ik denk dat ik liever… vind je het erg als ik dat zelf doe? Ik bedoel niet dat ik niet wil dat jij me… nou ja, het is gewoon…’ Een beetje onhandig maakte ze een vaag gebaar naar haar dijen en het begon me langzaam te dagen.
Ik had haar benen allang bewonderd, maar als ik haar kapotte dijen wilde verzorgen zou het heel anders worden. Ergens had ik gehoopt dat ze me genoeg zou vertrouwen om dat toe te staan, maar ik kon me goed voorstellen dat ze het niet durfde. Ze had waarschijnlijk nul ervaring met mannen, zoiets zou dan een stap te ver zijn.
‘Oké.’ Ik kwam overeind en gaf haar de pot met zalf aan. ‘Goed dik smeren, de pijn trekt binnen een paar minuten weg. Ik ben hiernaast, als je de gang door gaat rechts, bij de draken. Roep me maar als er iets is.’
Omdat ik mezelf niet helemaal kon beheersen drukte ik een vluchtige kus op haar lippen voordat ik de grot uitliep. Ik had het gevoel alsof de wereld zonet ineens heel wat zonniger was geworden.
Er zijn nog geen reacties.