4.9
Aurora
Samen met Alice een koffer inpakken heb ik al vaker gedaan. Ontelbare malen zelfs. Maar om het nu op een kleinere schaal te doen met een tas is lastig.
“Weet u zeker dat deze jurk niet mee moet? U draagt hem zo graag.”
Twijfelend kijk ik naar de jurk, die Alice vastheeft. Hij is donkerblauw, bijna de kleur van Nyx, en ik weet dat Michaël hem mooi zal vinden, maar… “Het is beter van niet. Hij zal de helft van de ruimte in beslag nemen.”
Net zo teleurgesteld als ik legt Alice de jurk op het bed neer en kijkt naar alles wat er nu in de tas ligt. “U moet meer jurken meenemen dan die ene. Al die broeken zijn onfatsoenlijk.”
“Dat valt wel mee.” Voorzichtig leg ik nog een borstel op de stapel, die van mijn grootmoeder is geweest. “Volgens Michaël loopt niemand in zulke jurken rond als ik.”
Alice haar ogen verdonkeren bij het noemen van Michaël zijn naam. “Ik vind het niet goed dat u alleen met hem meegaat. Hij zou alles met u kunnen doen wat hij wilt!”
Een klein, bijna onzichtbaar, glimlachje verschijnt rond mijn mond als ik aan Michaël zijn zachte lippen denk of aan zijn warme handen. Nog nooit is iemand zo lief tegen me geweest en ik kan niet wachten op het moment dat hij weer zo zal doen.
“De koning laat ons vast niet alleen gaan.” Om haar gerust te stellen knijp ik in Alice haar hand. “Laten we de tas verder inpakken.”
De befaamde koppigheid laait op in Alice’ ogen, maar ze bukt wel om alle spullen in een tas te doen. “Ik zal u missen, hoogheid.”
“Ik jou ook, Alice.”
In al die jaren zijn we nooit gescheiden geweest. Niet sinds mijn vaders dood en wat ik zeg meen ik. Alice zal ik het meeste missen van iedereen in het paleis. Samen met mijn moeder.
“Aurora, ik zie dat je alles al aan het inpakken bent.”
“Majesteit.” Langzaam en behoedzaam draai ik me om, zodat ik de koning kan aankijken. “De rijder zou met u gaan praten.”
“Dat heeft hij gedaan.” Compleet thuis in mijn slaapkamer zakt de koning op een stoel. “Jullie vertrekken morgenochtend, zodat jij je nut kan gaan bewijzen als rijder. Waarom de draak jou heeft gekozen is mij een raadsel.”
Het is precies zoals Michaël zei. Hij weet echt wat hij doet. “Als u dat wenst, majesteit. Wie gaat er mee als chaperonne?”
“Niemand.”
Naast me laat Alice bijna de kleren vallen en ik blijf als verstijfd staan. “Niemand, majesteit?”
Bij onze verbijsterde reacties glimlacht de koning zelfgenoegzaam. “De rijder heeft gezegd dat hij niet in je geïnteresseerd is en jij bij hem compleet veilig bent. Iets over dat een normale man een lieve, gewillige en zachte vrouw wilt met een mooi gezichtje. Zelfs jouw bloedlijn maakt dat gemis niet goed voor hem.”
Alle zelfgebouwde luchtkastelen storten in en het bloed trekt weg uit mijn gezicht. Ik weet heus wel dat ik niks heb wat een man zoekt, maar Michaël gaf me het gevoel dat het niks uitmaakte. Kennelijk was dat een leugen.
De koning wacht niet langer op mijn reactie of hij heeft al de reactie gekregen, die hij wilde. “Morgenochtend neem je afscheid van de familie, Aurora. Als je klaar bent met de training zullen we de verloving afkondigen.”
“Ja, majesteit.”
Met een zachte klap valt de deur achter de koning dicht. Meteen komt Alice in actie. Ze laat alles uit haar handen vallen en duwt me zacht op het bed.
“Oh, Rorie.” In een lief gebaar strijkt ze over mijn wang heen. “Ga even slapen. Dan komt alles goed.”
Ze hoeft niet eens te vragen wat er aan de hand is. Als vanzelf ziet ze het en handelt ernaar. “Je bent een schat, Alice.”
“Dat weet ik.” Met een zacht duwtje stopt ze me onder de dekens. “Slaap het er af. Ik zorg dat het goed komt. Die man komt niet zomaar meer dicht bij je in de buurt.”
De dreiging in haar stem is makkelijk te herkennen en eigenlijk zou ik er tegen in moeten gaan. In plaats daarvan val ik in slaap.
Er zijn nog geen reacties.