4.2
Michaël
Ik had Salazars woordeloze woede in mijn hoofd niet nodig om te weten dat er iets heel erg mis was.
De koning was met lange, dreigende stappen binnen gekomen en had aangekondigd dat we konden beginnen met eten. Wat iedereen zwijgend deed. Een paar minuten later volgde Aurora in een helderrode jurk. Ze liep met kleine schuifelende stapjes en keek niet één keer op.
Ze staarde naar haar bord, at precies drie happen en sprak geen woord.
Iedere poging van mijn kant om haar blik te vangen of een gesprek te starten negeerde ze, haar uitdrukking hol en leeg.
Zo snel ze kon verdween Aurora weer en voor de zekerheid wachtte ik een paar minuten voordat ik haar voorbeeld volgde. Ik onderdrukte de drang om direct achter haar aan te gaan en haastte me eerst naar buiten, naar de draken.
Mica, Nyx had door waar ik was en ze siste dringend in mijn hoofd. Ga naar binnen, Salazar is-
Hoe ze Salazar wilde gaan omschrijven wist ik niet, maar op dat moment was dat ook niet nodig. Hij was woest.
Met een enorme dreun landde de reusachtige draak voor me, zijn opengesperde muil nog geen halve meter van mijn gezicht. De woede kleurde zijn ogen rood en ik zag de vlammen achterin zijn keel gloeien.
Je zou bij haar blijven! Je zou haar beschermen! Ze zou veilig zijn! Jij laffe, achterlijke, onbetrouwbare hond! Zijn staart zwiepte om zijn lichaam heen en raakte me vol tegen mijn borst.
Happend naar adem werd ik achteruit gegooid en ik greep naar mijn ribben. Hijgend bleef ik liggen, wetend dat ik toch niets kon beginnen tegen een woedende draak en het alleen maar erger zou worden als ik dat wel zou proberen.
Stop! Grommend wierp Nyx zich tussen ons in en even vreesde ik dat ze elkaar echt aan zouden vallen. Maar Salazar leek iets te ontspannend en de gloed verdween uit zijn ogen toen hij weer naar me keek.
Het spijt me. Het spijt me meer dan ik kan zeggen. Ik dacht dat ze veilig was, dat dacht ik echt.
De twee draken keken me strak aan. De ene dreigend en nog steeds kwaad, de ander verdrietig.
Grommend van pijn werkte ik mezelf weer overeind en na een snelle controle wist ik in elk geval dat mijn ribben niet gebroken waren, hoewel ze nu al spectaculair blauw begonnen te worden. ‘Ik ga naar haar toe,’ mompelde ik en voegde direct daad bij het woord.
Zo snel ik kon zonder teveel op te vallen beende ik richting haar kamers, maar zodra ik de gang in liep kwam ik met een ruk tot stilstand.
‘Rijder, wat doet u hier?’ een van de wachters keek me onderzoekend aan.
Inwendig vloekend keek ik de gang door. Eén had ik nog wel kunnen hebben, maar alle goden, er stonden er verdomme vijf! ‘Ik… ik ben geloof ik verdwaald.’ Ik slaagde erin schaapachtig te glimlachen en de wachter trapte erin.
Hij gaf me een routebeschrijving naar mijn eigen kamer en ik beende razendsnel de gangen weer uit. Ik kwam niet eens in de buurt van mijn kamers, maar liep in het donker om het paleis heen tot ik buiten, onderaan de juiste muur tot stilstand kwam.
Grommend wreef ik nog een keer over mijn pijnlijke ribben en keek omhoog. Dat zou een hele klim worden. Ik vervloekte de wachters en trok me op, gelukkig was ik hier goed in. Het was alleen flink balen dat een draak net had geprobeerd mijn ribbenkast te verpletteren.
Door de pijn duurde de klimmen langer dan hij normaal geduurd zou hebben. Maar na een paar minuten trok ik me omhoog op Aurora’s vensterbank. Ik gluurde tussen de halfgesloten gordijnen door en zag dat er nog een paar kaarsen brandde. Ze zat in een lange, hemelsblauwe nachtjapon op de rand van haar bed en staarde met een lege blik voor zich uit.
Hopend dat ze de wachters niet zou alarmeren door te gillen, klopte ik zachtjes op het raam. Ze reageerde niet en ik klopte nog een keer, harder dit maal.
Traag zag ik haar hoofd omhoog komen en ze sjokte naar het raam alsof het haar moeite koste. Aurora schoof het gordijn opzij en toen ze me zag schoten er verschillende emoties over haar gezicht. Paniek, opluchting, woede, angst en verwarring.
Ze sloeg haar hand voor haar mond en bleef verbijsterd staan. Mijn ribben gilden inmiddels van de pijn en dringend klopte ik opnieuw aan.
Ze schoof het raam open en opgelucht liet ik me naar binnen vallen.
Er zijn nog geen reacties.