Hoofdstuk 12
Meria
Ik weet niet of het door Star kwam, door de dag, door mezelf... Op een ander moment was ik misschien weggelopen of had ik mijn mond gehouden, maar nu kwam het eruit. Alles. Ineens. Ik wist dat hij me niet mocht en dat hij verbaasd zou zijn om me bij de rest te zien staan. Ik wist dat hij dat niet leuk zou vinden (al wist ik niet precies waarom). Maar deze keer maakte het me niet uit. Ik was het zat om de ‘onzichtbare’ te zijn. Om me te laten vernederen door die... vissenkop van een Livius.
Toen keek ik naar Star. Ze keek enkel naar Livius, alleen niet op de manier waarop wij – want volgens Livius hoorde ik ineens bij de wezens-waar-hij-geen-naam-voor-had waar Dylan mee omging – naar hem keken, maar op de manier waarop anderen naar hem kijken. Verliefd. Obsessief verliefd. Nog net niet kwijlend. Alsof hij de hele wereld was. Het enige wat nog uitmaakte. De laatste kans voor haar om ooit nog gelukkig te worden. Nou... zo dus. En ineens had ik het door. Ze was een mens! Dat maakte de waarschuwing die ik haar gaf over dat het hier niet altijd veilig was en de waarschuwing die Dylan mij gaf over uit haar buurt blijven ineens zoveel belangrijker.
Ik raakte bijna in paniek toen Livius besloot om Dylan eindelijk met rust te laten en in plaats daarvan Star te gaan zoenen. Er gingen zoveel dingen door mijn hoofd – gedachten die door de stress, en misschien door zelfbescherming, niet duidelijk doorkwamen, maar die er wel voor zorgden dat ik me niet volledig kon concentreren. Ik pakte dus hetgeen wat het dichts bij me was – mijn tas – en sloeg hem ermee, op zeer vrouwelijke wijze. Had hij nou echt niet door wat hij deed? Wou hij nou echt iemand doden, en dan ook nog Star?
Ik probeerde mezelf onder controle te houden en rustig te praten toen hij eenmaal weg was en Star uitleg verdiende, maar ik was alles behalve rustig en kon maar aan één ding denken: laat je alsjeblieft nooit zoenen door Livius!
Ik schrok op toen Dylan me op de schouder tikte en me bedankte. Ik glimlachte lichtjes naar hem. Op een ander moment was ik blij geweest met een complimentje, zeker van Dylan, en had ik misschien zelfs gebloosd. Nu moest ik echter nog steeds mijn best doen om te kalmeren en niet in tranen uit te barsten. Dylan leek het te merken, want iets in zijn blik veranderde. Hij leek iets van medelijden te hebben. Nou, dat was dan voor het eerst.
“Dankje...” zei ik nog wat verward. “Maar Leonardo heeft hem weggetoverd. Ik deze keer niet.”
Ik draaide me vlug om en liep weg, voordat Dylan me nogmaals kon zeggen dat ik weg moest blijven van Star.
Eenmaal op de gang, waar ik niemand meer zag, voelde ik hete tranen over mijn wangen lopen.
Reageer (4)
Wauw
1 decennium geleden:o Ik wil weten wat dylan is ._. dylan please voor mee your one of my fav with alex and lyod < kweenie hoe je het schrijft hehehe
1 decennium geledenVerder!
1 decennium geledenArme Meria!
1 decennium geledenGoed dat ze Livius stopte!
Mooi gedaan!
En ik denk niet dat Star een mens is...maar wat wel, geen idee.
Top hoofdstuk!