3.3
Aurora
“Ben je er klaar voor, prinses?”
Doods en doodsbang kijk ik omhoog langs Salazar heen naar de plek waar ik uiteindelijk moet komen te zitten. Op zijn rug. “Natuurlijk.”
Van opzij kijkt Michaël me onderzoekend aan en ook Salazar lijkt het niet met me eens te zijn. Hij snuift, waardoor de rookwolken uit zijn neus komen.
“Ik kan je een zetje geven als je wilt.”
“Nee nee. Ik moet het zelf kunnen. Anders leer ik het nooit.” En ik wil niet voelen hoe jouw warme handen om mijn middel worden gelegd. Zeker niet nu ik zo weinig aanheb. Het zou te goed voelen. “U kunt u zeker niet even omdraaien?”
Achter me lacht Michaël vrolijk. Zelfs de draken lijken te lachen. “Geen kans op, prinses. Ik moet je opvangen als je valt.”
“Ik val niet.” Nog steeds bang kijk ik omhoog en leg mijn hand op Salazar zijn poot. Volgens Mica zou ik me hier zo aan op moeten kunnen trekken en dan langzaam omhoog klimmen naar de eindbestemming. Zijn rug. Voordat ik aan de klim begin slik ik even en kijk kort, en hopelijk onopvallend, om me heen. Er zijn alleen wachters in de buurt, maar die kijken niet deze kant op.
“Kom op, prinses. Gewoon beginnen. Anders moet ik je alsnog helpen.”
Voordat dát kan gebeuren trek ik me snel op. Meteen begint mijn rug te branden van de pijn, maar ik negeer het en zet mijn voet stevig neer. Salazar lijkt door te hebben dat ik pijn heb en zet zijn benen iets breder neer, zodat ik meer ruimte heb om uit te rusten.
Voordat ik verder klim fluister ik zacht een bedankje en geef hem een klopje op zijn zij. Een kwartier later komt eindelijk de top in zicht. Hijgend van de inspanning grijp ik een nekstekel. Het laatste obstakel voordat ik er ben. De bedoeling is dat ik me hier aan vastgrijp en mezelf zo op zijn rug slinger. Iets wat mij onmogelijk lijkt na die klim. Waar haalt Michaël de energie vandaan?
Mezelf mentaal een schop onder mijn kont gevend zet ik mezelf schrap en trek me omhoog aan de stekel. Ik wil mijn been net over Salazar zijn rug slaan als een stem me mijn concentratie doet verliezen en ik met een kreun terug zak.
“Aurora, zou je me willen vertellen wat je aan het doen bent? Nadat je naar beneden bent gekomen?”
“Majesteit, ik-.” Verder kom ik niet, want opeens pakt Salazar mijn kraag vast met zijn tanden en tilt me soepel op zijn rug.
“Kom naar beneden, Aurora.”
“Ja, majesteit.”
Weer kom ik niet verder. Salazar staat op uit zijn liggende positie en ik moet mezelf vastgrijpen om er niet af te vallen.
“Aurora.”
De toon waarop mijn naam wordt gezegd ken ik maar al te goed. Het liefste zou ik in elkaar willen krimpen, maar dat zou het alleen maar erger maken.
Salazar, waarom doe je dit?
Er zijn nog geen reacties.