Hoofdstuk 16

De groep katten zaten treurig over het dode lichaam van Vuurster heen. We zullen om hem rouwen, mompelde Goudsbloem bedroeft. Zandstorm pakte het lichaam in haar bek, en sleepte het mee, terug naar het kamp van de DonderClan. Goudsbloem had Grijsster in haar bek. Ze strompelden naar de Hogesteen en legten de bewegingloze lichamen ervoor. De andere DonderClankatten roken de geur van dood, en kwamen allemaal naar de Hogesteen om te kijken wat er was gebeurt. Goudsbloem sprong op de Hogesteen en Zandstorm ook. Vuurster en Grijsster zijn dood, sprak ze droevig de Clan toe. Vuurster is vermoord door de RotsClan en Grijsster door honden. Alle Clankatten stonden treurig op en liepen naar de grijze en het rode lichaam. Ook Vuurpels en Roodstaart gingen kijken. Vuurpels is al heel lang verlieft op Zandstorm, en Snelstorm op Goudsbloem. Zandstorm en Goudsbloem zaten nog steeds op de Hogesteen. Zandstorm? Fluisterde Goudsbloem. De dood van Vuurster en Grijsster betekend.... Goudsbloem kon haar zin nog niet afmaken of de bleekrode poes viel haar al bij. Dat wij leiders worden? Vulde ze aan. Precies, zei Goudsbloem. Dat is wel een feestje waard. Ze riep alle katten weer bijeen. Zandstorm en ik zullen vanaf nu jullie leiders zijn, leiders van de DonderClan. Maar eerst iets anders. We hebben een nieuweling, Minoes. Alle katten keken nieuwsgierig naar de zwart witte kat onder de Hogesteen. Ze zal leerling worden, Graspoot, toch Minoes? Yep. Minoes knikte. Jouw mentor zal Schorspels worden. Schorspels kwam naar voren en likte Minoes' kop. Maar nu, zei Zandstorm. Goudsbloem en ik zullen ons onderzoek naar de ontvoerders stop moeten zetten. We zullen onze naam en 9 levens nodig zijn. Dus eerst gaan we naar de Maansteen. Vuurstaart en Snelstorm, jullie hebben de leiding van het kamp. We vertrekken morgenochtend bij de Dageraad.