Ik moet op de tablet van mijn zusje typen, aangezien mijn laptop kapot is. Dus alvast sorry voor de typfoutjes die ik over het hoofd heb gezien :)

'Ga je me eindelijk vertellen wat er aan de hand is?' Ik bijt op mijn lip, en veeg mijn wangen droog.
'Niet doen' Ik kijk hem verbaasd aan. Hij brengt zijn hand naar mijn mond, en gaat met zijn duim over mijn lippen.
'je bijt alleen op je lip als je zenuwachtig bent. Dat hoeft niet bij mij, en je ziet er onweerstaanbaar uit als je het doet.' Ik giechel, en hij fronst.
'Dat was serieus.'
'Weet ik.' En ik giechel weer. Gadver, ik begin te klinken als de meisjes die ik zo haat. De meisjes die giechelend hun make up aanbrengen in de wc's, en constant over jongens praten.
'We moeten nog steeds praten, kunnen we ergens heen waar niemand ons kan storen?'
'Ik weet wel zo'n plekje, kom.' Draco staat op, en trekt mij voorzichtig met zich mee. Hij geeft me voorzichtig een kus, en aait liefdevol mijn wang, waarna we beginnen te lopen.

'Draco?'
'Yes love?'
'Dit is een muur.'
'Goed gezien, wil je een sticker?' Ik sla hem op zijn arm, en hij lacht. Maar zijn lach verdwijnt snel, en hij draait zich naar mij toe. Hij pakt mijn hand vast.
'Je gaat nu iets zien, wat je geheim zult moeten houden. Ik twijfel er niet aan dat je dat zal doen.' Ik knik.
'Dat het er is weet iedereen, maar niemand weet dat ik er nog gebruik van maak.' Ik knik weer.
Hij draait zich naar de muur, loopt erheen en begint heen en weer te lopen. Terwijl hij dit doet, kijkt hij peinzend naar de grond. Dan verschijnt er een deur in de muur. Ik ben verbaasd. Verbaasd dat er een geheime kamer in het kasteel verborgen ligt, maar ook omdat Draco zo geheimzinnig doet.

Binnen is er van alles te vinden. Kasten, meubilair, hoge stapels boeken, doeken die spullen verbergen, spiegels en nog veel meer. We gaan op een bed zitten, en ik speel met het oude gebloemde laken.
'Ik moet je iets vertellen, en ik weet niet of het zo verstandig is, maar ik vertrouw je.' Draco fronst.
'Wat is er aan de hand?' Ik dwaal met mijn ogen naar een kast, ver achter Draco. Ik durf hem niet aan te kijken.
'Ik heb wat oude brieven van mijn moeder gevonden. Daarin vertelde ze aan Perkamentus dat ze op de vlucht was voor iemand. Ze was op de vlucht voor dooddoeners.' Draco's adem stokt even.
'Waarom waren er dooddoeners op zoek naar jouw moeder?' Ik slik, en kijk hem recht aan. Arielle vertelde me ooit dat ik altijd de waarheid moet spreken. Ook als mijn stem trilt. Dat zal ik nu gaan doen.
'Die dooddoeners waren op zoek naar de dochter van Jeweetwel. Ze waren op zoek naar mij.' Draco's ogen sperren zich wijdopen, en zijn mond hangt een beetje open. Het ergste is dat hij niets zegt.
'Zeg alsjeblieft iets.' Breng ik er met moeite uit, terwijl mijn ogen zich vullen met tranen.
'Het spijt me Draco, ik snap het als je niets meer met me te maken wilt hebben.'
'Het is niet jouw schuld. Ik vind het eigenlijk niet eens zo erg, maar het feit dat hij een dochter heeft. Het.. het voelt raar..'
'Hoe denk je dat het voor mij voelt?' Lach ik.
'Ik ging door het leven, denkend dat mijn vader gewoon een klootzak was die ons heeft verlaten. Nu blijkt het dat hij een klootzak is die graag mensen vermoord.' Draco's ogen staan triest. Ik leg mijn hand op zijn wang, en dwing hem naar mij te kijken.
'Wat is er Draco?'


'Severus.'
'Yes my lord?'
Het is stil in huize Malfidus. Na een paar weken angstig te hebben gewacht, zullen de doodoeners rond de tafel te horen krijgen waar ze al zo lang op wachten. Of beter gezegd, waar ze al zo lang angstig tegenop kijken.
'Vertel.' Zij ijzige stem verraad niet waar ze het over hebben.
'Ze is gesignaleerd my lord.' De helft van de tafel zucht opgelucht. Opgelucht dat het eindelijk voorbij is. Het wachten op het belangrijke nieuws, met een ongelofelijk boze Voldemort is voorbij. Maar de andere helft, de helft die logisch nadenkt, weet dat de echte kwelling nog moet komen. Maar niemand verwacht wat er dan gebeurt. Niemand verwacht de woorden die er uit heer Voldemort's mond komen.
'Mooi, ik wil haar zien. Heb je een foto, zoals ik het heb gevraagd?' Severus sneep zegt niets, en steekt zijn hand uit naar zijn heer. In zijn hand ligt een foto. De enige foto die hij van haar wist te bemachtigen. Op de foto is ze aan het lezen in de bibliotheek. Vredig slaat ze de bladzijdes om, nog nietswetend.
'Ze lijkt precies op mij.' De dooddoeners kijken elkaar verschrikt aan, maar niemand zegt iets.
'Ik wil haar hier hebben Severus. Ik wil mijn dochter met kerstmis nog bij me hebben.'

Reageer (3)

  • CharmedPiper

    Muh!
    Niet stoppen op spannend stukje!

    9 jaar geleden
  • Bookbox

    Oh no!
    Ze mag er niet heen!
    Nee!
    O dit is spannend!!!
    Snel verder!

    9 jaar geleden
  • Elysian

    Arg hoezo stop je ga verder nu!!!

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen