Raad eens vanuit welke POV deze stuk geschreven is :D [Inderdaad grotendeels in het verleden, maar och ja :D]

Jaren gaan voorbij, maar geen enkele dag is weg zonder dat ik aan haar denk. Elke nacht, elk moment van rust en elk moment van pauze spookt ze door mijn gedachten. Mina, een dwerg die gedoemd was om tegen haar wil te trouwen. Haar strenge ouders wouden dat ze een goed voorkomen had en hadden besloten dat ze met de heer van Ëandor zich zou verloven, maar haar hart lag al in mijn bezit. Zoals net die van mij in haar bezit lag, maar ook mijn vader besloot dat ik met een ander zou trouwen en ik had naar zijn wens geluisterd. Toen ik het aan Mina vertelde, was ze erg verdrietig. Ze vertelde me wat haar ouders haar hadden aangedaan en ik had haar troostend in mijn armen gehouden.
'Mijn liefste, ik ga nog liever dood dan weg te moeten gaan van jou.' vertelde ze me, maar ik suste haar. Ik wou niet dat ze zo sprak, de dood was geen optie om aan haar te geven.
'Nee, jij gaat niet dood. Ik blijf altijd de jouwe, roep me en ik zal er voor je zijn.' vertelde ik haar en ze keek me met grote ogen aan. Tranen vullen haar ogen en ze neem me vast in een stevige omhelzing.
'Gen melon.' fluisterde ze, waardoor ik verbaasd staarde. Ik hou van jou, in het elfs gesproken door een dwerg. Welja half dwerg, aangezien ze ook een huidverwisselaar was. Ik maakte haar grip wat losser, waarna ik me wat bukte en mijn lippen op de hare drukte. Hoewel ik wist dat ik er later ongelooflijke hartzeer van zou hebben, had ik er toch geen spijt van. Ik hield ontzettend veel van haar, mijn hart zei dat zij hetzelfde voor mij voelde en volgde ik gewoon mijn gevoelens, die ik toen nog had.
'Toon me jou liefde, nu we nog kunnen. Ik wil zowel mijn hart als mijn lichaam met jou delen, mijn liefste.' fluisterde ze met een intieme stem. Mijn hart raasde als een gek door mijn lichaam, alsof het elk moment kon ontploffen.
'Je weet niet wat je zegt.' fluisterde ik haar toe. Ik verklaarde haar gek in mijn hoofd, als haar vader of echtgenoot hier achter zou komen zouden de gevolgen groot en gevaarlijk zijn voor haar. Maar ze schudde haar hoofd, waarna ze me vol lust en liefde aan keek.
'Dat weet ik wel en dat weet je best.' vertelde ze met een bepaalde zekerheid. Even aarzelde ik, alsof ze die beslissing in een waas had besloten. Maar toen ze me een bepaalde richting mee trok, volgde ik haar en lieten we aan de ontelbare sterren onze oprechte liefde zien.

Weken vlogen voorbij en voor ik het goed besefte, was ik getrouwd met de vrouw waar ik niet van hield. Zo vaak probeerde ze mijn aandacht te pakken, maar na onze huwelijksnacht had ik haar niet meer aangeraakt. De gedachten alleen al dat het niet Mina zou zijn, maakte mij al misselijk. De heer van Ëandor had me verboden om ooit nog in de buurt van Mina te komen, anders dreigde hij haar te vermoorden. Om haar leven te sparen, uit liefde, heb ik alle contacten met haar verbroken en zelfs op een bepaalde manier haar hart pijn gedaan.
'Nee, dat kun je niet menen. Waarom wil je geen contact meer?' had ze wanhopig nog gevraagd, maar ik keerde gewoon mijn rug naar haar toe. Ik moest mezelf bedwingen om geen tranen op de loop te laten en dat lukte het best als ik niet in haar ogen kon kijken.
'Daarom, het is beter zo voor ons allebei. Trouwens, je bent al zwanger van hem. Ik kan duidelijk de aanwezigheid van je ongeboren kind voelen.' deelde ik haar mee. Ik stapte langzaam weg, alsof elke stap een doodsteek zou kunnen zijn.
'Guren niniatha nan lû i achenitham ammin.' ze vertelde me dat haar hart zal huilen tot we elkaar zouden terug zien. Maar na de bedreigingen van haar echtgenoot, zouden we elkaar nooit nog zien. Haar hart zal voor altijd huilen, net als de mijne.

'Melon tiriad chin gîn calar ir gladhach.' mijn echtgenote sprak tot mij, maar ik luisterde maar half naar haar. Het betekende dat ze ervan hield om mijn ogen te zien schitteren als ik lach. Rond de tijd dat Mina zou bevallen zijn, kreeg mijn echtgenote te horen dat ze al een hele tijd zwanger was. Doordat ik was afgeleid en niet erg geïnteresseerd was in mijn echtgenote, had ik dit niet opgemerkt.
'Heb je wel gehoord wat ik zei? Waarom schitteren je ogen niet meer? Mijn liefste je weet dat ik erg veel van je hou, waarom kun je dat niet van mij?' vroeg ze met veel verdriet, alsof ze hoopte dat ik daardoor van haar ging houden.
'Mijn hart is niet van jou. Ik heb nooit gevraagd om zo te trouwen, noch om van een ander te houden. Ik mag dan met je verbonden zijn via een ring en een kind dat je in je schoot draagt, toch zal mijn hart noch mijn liefde de jouwe zijn.' mijn stem klonk kil en koud, alsof al mijn vriendelijkheid weg was. De tranen stapelden zich op in haar ogen en ze rende al huilend weg van me vandaan. Alles was op zo'n korte tijd moeilijk geworden, mijn vader was gestorven in het grote gevecht op het einde van de eerste Era, mijn grote liefde was bij een andere man en ikzelf zat opgesloten in een kasteel van een koninkrijk dat ik liever wilde opgeven. Alles zou ik willen achterlaten, zodat ik bij haar zou kunnen zijn.

Langzaam aan zag ik mijn zoon opgroeien, een echte krijger werd hij. Het geduld had hij gelukkig van zijn moeder geërfd, die zichzelf opsluit om mij niet te hoeven zien. Steeds zei ze dat ze zich niet goed voelde, maar ik wist wel beter. Zoals iedere morgen, maakte ik mijn gebruikelijke wandeling doorheen het woud. Het bos van Ëandor grensde aan het groene woud, maar nooit ving ik een glimp op van Mina. Toch hoopte ik erop haar ooit eens tegen te komen, al was het gewoon om haar gezicht even te kunnen zien.
'Edraith enni! Edraith hên vuin!' hoorde ik iemands noodkreet.
'Red me! Red mijn kindje!' roept de stem opnieuw, maar nu in algemene taal. Als ik goed rondkijk, zie ik iets verderop in het bos van Ëandor een persoon neerliggen op de grond. Ik snelde ernaartoe en hoe dichterbij ik kwam, hoe beter ik de persoon zag. Toen ik ontdekte dat het Mina was, liep ik steeds sneller tot ik bij haar was. Ik knielde bij haar neer en nam haar in mijn armen.
'Wees niet bang, mijn liefste. Ik zal je helpen, ik heb je altijd gezegd dat ik er voor je zal zijn als je me riep.' vertelde ik haar, maar haar verwondingen waren te erg om te kunnen genezen. De huidslachter stak in haar nek, waardoor mijn ogen zich vulden met tranen en snel trok ik het zwaard uit haar nek. Met een genezingsspreuk dichtte ik de wonde, maar het gif van het zwaard deed zijn werk al.
'Nee, nee, je mag niet dood. Blijf bij me Mina, ik hou van jou.' jammerde ik. Met twinkelende ogen keek ze me aan, alsof ze daar heel haar leven op had gewacht om dat te horen.
'En ik van jou. Er is niets meer aan te doen, geen enkele spreuk kan dit ongedaan maken en dat weet je.' fluisterde ze naar me toe. Het gif drong langzaam doorheen haar lichaam, waardoor ze schokte van de pijn.
'Ik wil dat je voor mijn dochter zorgt, liefste. Voor onze dochter.' sprak ze op dezelfde zachte toon, maar door wat ze zei werden mijn ogen groter.
'Onze dochter? Eleanor is van ons?' herhaalde ik met verbazing. Ik probeerde haar toch op te volgen en haar situatie in Ëandor, aangezien de heer van Ëandor niet altijd te vertrouwen was.
'Ik heb nooit met een ander het bed gedeeld, liefste. Jij was de enigste. Haal haar daar weg, voor hij haar ... voor hij haar...' de laatste tranen verdwenen uit haar ogen en het licht doofde uit. In mijn armen stierf ze en ik huilde een uur lang. Ik kon haar niet zomaar loslaten, ik deed er alles voor zodat ze niet gedood werd door haar echtgenoot en toch lag ze in mijn armen zonder nog een keer te ademen.
Als ik wat helderder kon nadenken, nam ik haar lichaam mee naar mijn rijk en zong ondertussen een treurig klaaglied. Een lied waarin ik mijn liefde voor haar verklaarde, mijn gevoelens uitte en mijn gebroken ziel in legde. De anderen kwamen naar buiten, om te kijken waarom hun nieuwe koning zo treurig om was en verschillende andere elven zongen met me mee.

Mina kreeg een mooie begraafplaats, ergens op de grens tussen het bos van Ëandor en het groene woud. Ze had altijd al van het bos en het woud gehouden, dus vond ik het maar normaal dat ze daartussen een mooi, laatste plaats kreeg. En zoals ze dat wou, probeerde ik er alles aan te doen om onze dochter te redden uit de klauwen van de heer van Ëandor. Mijn zoon vertelde me al dat ze erg toegetakeld was door hem, dus was het slechts een kwestie van tijd voor hij haar het zelfde lot als haar moeder zou geven. Samen met haar vader, legde we over Eleanor een bezwering op. Dit omdat ze niet zomaar zou transformeren en een gevaar voor het dorp zou betekenen, enkel dan ging hij akkoord om haar uit te huwelijken aan mijn zoon.

Reageer (4)

  • Ringwraith

    Aaah. :C
    Nu krijg ik wel een ander beeld van Thranduil.

    1 decennium geleden
  • Vibes

    Het is de pov van vraagteken, duhhh. Mensen die denken dat dit thranduill is zijn echt fucking dom, het staat er gewoon boven hoor. Jezus.

    Ow ja, er zat een vuiltje in mijn oog, ik was echt niet aan huilen hoor...

    1 decennium geleden
  • Allysae

    OMG OMG
    dit is thranduil duhhh

    1 decennium geleden
  • dineniel

    Dit is waarschijnlijk het pov van Thranduil

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen