2 Jysse
Jysse liep chagrijnig door het woud. Hij had bijna een konijn gevangen, maar iets maakte geluid waardoor het weer was weggevlucht. Daarnaast was de wind gedraaid, waardoor het diertje vast zijn geur had opgemerkt. Vervolgens was hij vlug weggerend, voor als het geval iets anders het op hem had gemunt - of iemand. Er heerste namelijk veel rivaliteit tussen de kampen en er waren er genoeg die het op hem hadden gemunt. Niet dat hij het kon helpen dat hij zon flapuit was en gauw in de problemen raakte.
Even later had hij zich weer op een plekje gesetteld, tussen de bosjes. Hij had als taak gekregen om een dier te vangen en hij was erop gebrand om niet zonder lege handen terug te komen. Toen hij verderop weer een aantal konijnen zag hoppen, spande hij zijn boog en ademde hij geruisloos in. Daarna liet hij de pees los en schoot de pijl dwars door een van de konijnen zijn kop. De andere konijnen sloegen meteen op de vlucht. Daarna rende hij gauw naar zijn buit en stopte de pijl terug in zijn pijlenkoker.
Gotcha, mompelde hij, waarna hij de weg terug zocht naar zijn kamp.
Onderweg kwam hij nog een struik met bramen tegen, die al rijp waren, dus nam hij zijn buidel tevoorschijn en stopte het vol met de vruchten.
Blondie!
Hij keek verstoord op toen hij zijn bijnaam hoorde. Verderop zag hij Mishel staan, die grijnzend een jong hert omhoog hield.
Ziet er naar uit dat ik meer geluk heb, riep hij geamuseerd.
Jysse hield zijn konijn omhoog. Jammer dat herten niet te vreten zijn als ze net gevangen zijn.
Het beeld van de grijns op Mishels gezicht werd belemmerd door zijn middelvinger, waarna hij wegrende.
Hufter.
Nadat Jysse nog wat hazelnootjes had geraapt, liep hij terug naar het kamp. Gelukkig hoefde hij zijn buit niet te delen. Ze moesten om de beurt taken uitvoeren, om te voorkomen dat ze met te veel mensen door het woud liepen, of met zijn tienen aan het vuur bezig waren.
Aan de rooklucht kon hij ruiken dat hij al dichtbij was. Om een of andere reden had hij nog geen zin om de rest te vergezellen, dus liep hij door naar het water. Daar vulde hij zijn drinkbuidel en stopte hij een paar hazelnootjes in zijn mond. Tegen de tijd dat ze aan het avondeten gingen, stierf hij vast al van de honger. Het nare gevoel dat ermee gepaard ging wilde hij liever voorkomen.
Hij stopte nog een paar bramen in zijn mond, waarna hij terugliep naar het kamp. De rest keek verstoord op toen hij aan kwam lopen. Zonder wat te zeggen liep hij door naar zijn slaapplek en borg zijn voedsel op. Het konijn zou hij later die avond roosteren en in twee porties verdelen, zodat hij morgen ook nog wat had als ontbijt. Hij nam een paar slokken uit zijn drinkbuidel, voordat hij die ook opborg. Zijn wapens besloot hij om zijn lichaam te houden, voor als ze weer eens werden lastig gevallen door andere kampen.
Hij keek verstoord op toen Sarra zijn naam zei en naar hem toe kwam lopen.
Hoe ging het? vroeg ze, terwijl ze naar zijn bebloede handen wees. Zo te zien had je geluk vandaag.
Hij haalde zijn schouders op. Een konijn, wat bramen en een paar hazelnootjes, mompelde hij, waarna hij haar gezicht bekeek. Het is ieder geval beter dan niets. Maar hoe ging het bij jou?
Sarra glimlachte even. Alleen wat vruchten en een paar walnoten.
Hij blikte even om zich heen, voordat hij naar haar toe boog. Je moet bij de rivier naar rechts, dan door blijven lopen tot je een paar rotsen ziet. In die buurt zitten vaak konijnen. Hij klopte even op haar schouder, voordat hij doorliep.
Hij mocht Sarra wel, maar hij wilde niet dat andere mensen ook achter zijn plekjes zouden komen. Dan had hij vast al gauw wat minder geluk.
Reageer (2)
Sarra is een mooie naam (:
1 decennium geledenIk snap er nog helemaal niks van, maar ik denk/hoop wel dat het in de loop van het verhaal allemaal duidelijk wordt
Aangezien ik jeuk aan m'n kont heb, geef ik geen lange reactie.
1 decennium geledenSnel Verder! X
Berichtje in oranje want 5-1, WOOOHHOOO!