The Story of Moon deel 36
Moon deel 35
Ruby keek me verbaasd aan. Ze keek weer naar beneden en slikte. " Hij is de prins van de maan. " fluisterde ze en keek naar Mattheus, die me verschrikt aan keek. " Demose! Het is Aron! De Aron " Demose schrok op uit haar gedachten, en keek mij ook verschrikt aan, ze keek verdrietig en was toen opeens weg. " Kan iemand me losmaken?" vroeg ik boos. " Uhm ja, natuurlijk, Olivier" zei Mattheus, en begon te ijsberen, terwijl Olivier me los maakte. Ik wilde weglopen, terug naar Moon, maar iets hield me tegen. "Aron, ik denk dat ik je heel veel zal uit moet leggen. " " Nou begin. " stelde ik voor. " Toen je vroeger klein was Aron, had je een normale familie. Die kalkoen bij Kerst aten, paaseitjes verstopten bij Pasen. Maar op je 17e, kreeg je een andere familie, een vampierenfamilie. Je sloot je bij je vader aan, en gingen samen door het leven. Je vader ontmoette Ramona, je moeder. Ze waren smoorverliefd, totdat er gevaar was, op de troon van je moeder. Ze werd aangevallen, door wezens die haar van de troon wilden stootten. Maar niemand, maar dan ook niemand, kon Ramona verslaan. Totdat die verschrikkelijk stink h... - hij keek naar mij - Tot dat de weerwolfen haar verslonden. Ze was de Konining, meesteres van de Maan, de godin. Toen ze stierf, was iedereen in rouw, ze was onze heerster, en daarbij kwam dat ze ook nog eens heel aardig was, ze had vampierenbloed in zich, maar ook weerwolfen bloed. Daarom maken we voor iedereen een uitzondering, die binnen de stam van de Maan zit. Jij Aron, jij bent dus ook half-weerwolf. " ik keek Mattheus met grote ogen aan, ik? Half weerwolf? " Maar dan hebben de weerwolfen ook hun meesteres vermoord. " zei ik verbazend. " Nou, zo zagen ze het niet, ze was Konining van de Hell, voor de vampieren. Ze was de Godin van de Maan, ook voor weerwolfen. Maar iets zagen de weerwolfen niet, als ze haar vermoordden, vermoordden ze zich zelf. " " Zijn ze dood nu?" " Nee, en dat is het vreemde, ze leven nogsteeds, maar dat betekend, dat je moeder ook nog steeds leeft. " Als ik zou huilen, had ik dat nu gedaan, niets liever dan mijn moeder terug zien. " Waarom ben ik dan net zoals een vampier en heb ik geen eigenschappen van een weerwolf. " "Omdat jij misschien wel het bloed van je moeder hebt, maar je vampierenbloed overheerst het weerwolfenbloed. Ik weet weinig van dit soort wezens, meer kan ik je niet vertellen. Ik keek peinzend voor me uit, ik was dus net zoals Moon.
Dagen waren verstreken, en steeds als ik weg wilde gaan, dan hielt iets me tegen. Ik dacht aan Moon, die pijn zat te lijden. Ik kreeg een diepe frons in mijn hoofd. " Mattheus, mag ik gaan? " vroeg ik uiteindelijk. " Meneer, je mag gaan waneer je wilt. Ik ben blij u ontmoet te hebben" zei hij terwijl hij een buiging maakte. Demose had ik al die dagen niet meer gezien. " Waarom doet Demose zo.." " raar " vulde Mattheus op. " Demose heeft je in je mensen leven gekent, ze was je zusje, ook zij is familie van de Maan, en dus de prinses. Zij heeft het draadje opgepakt toen je moeder verdween. " " Waarom doet u zich dan voor als haar heerser? " " Ik ben haar Meester, ze weet weinig van het prinses-zijn af. Ze wilde graag een Meester, en ik vond mij de geschikte kandidaat. " "Hmm." kon ik alleen uitbrengen. " Hoe heette me zusje vroeger?" " Rosa. en jij heette Darron " toen hij de namen langzaam uitsprak, vlogen er steeds meer herinneringen door mijn hoofd. Hoe ik vroeger met haar speelde, in het bos. We maakten sneeuwpoppen en sneeuwballen. We waren de broer en zus. We waren onafscheidelijk. Mattheus legte zijn vingers tegen mijn hoofd, en ik kwam terug in de oude tijd. - Flashback - Ik zat mijn huiswerk te maken, het was kerst, de sneeuwvlokken dwarrelden naar beneden, en smolten tegen het raam. Wiskunde, iets waar ik volkomen niks van snapte. " Darron, Rosa? Eten!" riep mijn moeder naar boven. Rosa en ik kwamen elkaar op de gang tegen. "Hai grote broer." zei ze met haar vier-jarige uitspraak waardoor het klonk ; whai glote bloel. Ik grinnikte. Ik tilde haar op en ze knuffelde me. "Zo buiten spelen?" vroeg ze en keek me met grote ronde oogjes aan. "Natuurlijk, eerst eten." ik zette haar neer en drukte een kus op haar kruin. We gingen aan tafel zitten en aten ons maal. Het was niet erg veel, maar dat waren wij gewent. "Mama, mag ik zo met Darron buiten spelen?" vroeg ze onschuldig en keek naar haar moeder. "Maar schatje, het is bijna donker. " " Nou en!" ik zag dat ze tranen in haar ogen kreeg. " Rosa, het is beter als we morgen gaan oke? We kunnen dan de hele dag nog spelen goed?" haar tranen verdwenen als sneeuw voor de zon. "Oké!" riep ze, en begon weer enthousiast te eten. Mijn moeder keek me met een bedankende blik aan. - mijn mensen-moeder was een hele tere vrouw, ik hield oprecht van haar. Mijn mensen-vader had ik nooit gekend besefte ik. - Het was acht uur s'avonds en we zaten met zijn drieen op de bank. " Rosa lieverd, het is tijd voor bedje. " zei ze. Rosa keek naar mij omhoog, of ik haar zou verdedigen. "Ga maar. " fluisterde ik, en gaf haar een kus op haar wang. " Weltrusten lieve Rosa." mijn moeder tilde haar op en liep naar boven. Ik zapte nog een halfuurtje en ging toen ook, mijn moeder sliep al. Ik ging nog even bij Rosa langs, en stak mijn hoofd om de deur. " Weltrusten. " Ik wilde net de deur dicht doen, toen ik gehuil hoorde. Ik deed snel het licht aan, en ik zou zweren dat ik een schim zag, maar ik wist het niet zeker. Ik ging op de rand van haar bed zitten en aaide over haar hoofd. " Wat is er? " ze draaide haar hoofd om, naar mij. " Ik ben bang Darron. " fluisterde ze en keek verschrikt om zich heen. " Rosa, rustig maar, er is niks. Ga maar gewoon lekker slapen. Ik ben altijd bij je. " zei ik terwijl ik mijn hand op de plaats van haar hart zette. " Bij jou voel ik me veilig broertje " zei ze, terwijl ze snel daarna in slaap viel. Ik liep weg en dook mijn eigen bed in, ik was dood op. De volgende dag, liep ik naar beneden en nam een eitje als ontbijt, mijn moeder maakte het altijd voor me. Maar dit keer niet, wat ik raar vond. Toen ik alles op had was het heel stil in huis, te stil. Mijn zusje hoorde nu op de bank televisie te kijken, en mijn moeder zou achter het fornuis staan. Ik liep naar boven en deed mijn badjas dicht, het was erg koud. Ik klopte op mijn zusjes deur. " Rosa?" vroeg ik. Maar ik kreeg geen antwoord, ik deed de deur open, het was donker. Ik knipte het licht aan en schrok me dood. De hele kamer was overhoop, het raam stond open en mijn moeder lag huilend naast het bed. " Mama! " riep ik en rende naar haar toe. Wat is er gebeurd?Waar is Rosa?" "Van-nacht ... " stotterde ze. "Ja?" "Ik hoorde vannacht, een hoop lawaai, ik dacht dat Rosa zoals gewoonlijk een nachtmerrie had, of aan het slaapwandelen was. Maar het hield maar niet op. Ik besloot te gaan kijken, en ik zag mijn kleine Rosa in de armen van een bleke vrouw met lange zwarte haren, ze had rooddoorlope ogen. Ik wist niet wat ik zag. Ze zei.." ze snikte nu harder. " Als je dichterbij komt, dan vermoord ik je. Ik kon niks doen, en ik zag dat mijn kleine Rosa, slapend in haar armen hing, en opeens was ze weg. " Ik wist niet wat ik hoorde, ik rende naar buiten, in mijn pyama in de sneeuw. " Rosa!?" riep ik. Maar natuurlijk was er geen reactie.
Reageer (9)
Ohh gosiee
1 decennium geledenSnel verder(L)(L)
wat kan jij mooi schrijven zeg niet normaal en hoe kom je er allemaal op RESPECT
1 decennium geledenSnel verder gaan hoor
X(H)
OMG VETTTT !!!!
1 decennium geledenSpannend!
1 decennium geledenSnel verder!