Z&S 3
“Tansy?” Sybelle keek meteen toen ze wakker werd naar de plaats waar haar vriendin meestal sliep, maar die zat nog steeds in een hoekje. Ze snikte zacht. “Tansy, wat is er?” Sybelle kroop naar haar toe.
“Nee, weg!”, snikte Tansy.
“Wat is er?”, vroeg Sybelle weer. “Heb je pijn?” Tansy schudde haar hoofd. Natuurlijk had ze pijn, maar daar ging het niet om. Hoe kon ze dit aan Sybelle uitleggen? Wat als Sybelle haar zou aanvallen, zij was nog niet sterk genoeg. Maar ze kon haar ook niet laten gaan. De situatie was gewoon onmogelijk. “Wat is er dan?” Sybelles blauwe ogen straalden bezorgdheid uit.
“Jij… jij… Viholi.”
“Oh.” Sybelle tastte naar haar teken. “Je hebt het dus gezien. En jij bent van Siipi.” Het was geen vraag. Tansy knikte. “Tansy, we zijn hier op Aarde, ver van de oorlog vandaan. Als jij weer beter bent, gaan we gewoon elk onze eigen weg.”
“Ik, ik kan je niet laten gaan, Sybelle”, fluisterde Tansy. “Ik ben naar de Aarde gestuurd met een missie. Ik moet een Viholi vangen.” Vroeger was de Aarde een populaire vakantiebestemming, maar sinds de oorlog werd die door zowel Siipi als Viholi gebruikt als een plaats om informatie te vinden.
“Er zijn vast nog meer Viholi-elfen op Aarde”, protesteerde Sybelle. “En je bent gewond, niemand kan je iets kwalijk nemen als het niet lukt.”
“Nee”, mompelde Tansy. “Ik had je in eerste plaats al niet mogen helpen. Nu kan je weg, ik ben nog te zwak. Maar eens ik beter ben, heb ik geen andere keuze dan op je te jagen. Ik kan geen willekeurige elfen gaan achtervolgen tot ik zeker ben dat ze uit Viholi komen.”
“Maar… Alsjeblieft, Tansy”, smeekte Sybelle. “We hebben elkaars leven gered. Je kan nu toch niet…” Ze schudde haar hoofd. “Ik word liever verscheurd door wilde beesten dan verraden door een vriendin!”
Reageer (1)
snel verder!
1 decennium geleden