Foto bij Hoofdstuk 9

Het was al een paar dagen geleden dat Appolodorus bij Gilan op bezoek ging. Halt had besloten dat ze kwartel gingen eten (wat heel oneerlijk was, de chef mocht toch kiezen wat ze aten?!), maar het restaurant 'Om Den Hoek' had de laatste kwartels bestelt. Dus moest Gilan zelf gaan jagen op kwartels. In een half uur had Gilan een mager konijn en een musje gevangen. "En dat noemt zich een grijze jager" verweet Gilan zichzelf.
Opeens hoorde hij iets ritselen in de bosjes achter hem (het moest wel een dom dier zijn, want de wind woei in de richting van het dier). "Niet schieten" hoorde hij een stem vanuit de bosjes. Uit de bosjes kwam een slank, knap, exotisch meisje. "Opgepast met die boog, wacht eens even, dat paard en die boog, ben jij een Temujaj?!" vroeg het meisje. Gilan herinnerde zich dat Halt hun paarden had 'geleend' zoals Halt het altijd zei, maar niemand geloofde dat. "Nee, ik ben een grijze jager, Gilan, en wie ben jij? Ik durf wedden dat jij uit het buitenland komt, want de rest van Redmont kent grijze jagers beter dan Temujaj." "Ik ben Akiko, en ja ik kom uit Nihon-Ja" "Ben je hier met je ouders?" "Ja, mijn vader, Shukin heeft ons hier gebracht, Hij is een Senchi, van adel, en hij is getrouwt met een kikori-vrouw,het gewone volk, we zijn gevlucht, want een Senchi mag niet trouwen met een Kikori-meisje. Dus nu zijn wij hier, maar mijn vader is terug naar Nihon-Ja, want hij moet de keizer Shigeru beschermen." "Wat erg, om zonder vader hier te zijn, kom maar eens af, ik woon in een hutje in het bos, en niet proberen te sluipen, Halt hoort je toch." Zei Gilan die alweer op zoek was naar kwartels.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen