Foto bij Season 2 Chapter 13

Bij deze hoofdstukje 13.
Ik heb heel seizoen 2 al afgeschreven dus ik kan toch gewoon blijven updaten.
Hope u like it ^^
Hierna nog 2 hoofdstukken.

Hugo bleef voor het raam staan, met zijn rug naar mij toe.
‘Vele sterren heb ik al ontmoet, wist je dat?’ vroeg hij. ‘Allemaal traden ze binnen in deze villa en allemaal heb ik ze vermoord. Elke honderd jaar weer daalt er een dwaze ster naar beneden die te koppig is om op zoek te gaan naar hulp, die dan vervolgens toch in deze ruimte terecht kom, waar ik zijn hart eruit snijd’.
Hugo draaide zich om en keek mij recht aan.
‘Maar jij nam het initiatief om op zoek te gaan naar hulp. Jij hebt een ware strijder. Ik kan wel raden hoe sterk jouw hart is’.
‘Helaas voor jou zal je daar nooit achter komen’ zei ik. ‘Ik heb me lang genoeg voorbereid op dit gevecht en ik zal winnen ook’.
Een luide gil klonk door het huis en ik verstijfde.
‘Het lijkt erop alsof je vriendjes afgemaakt worden beneden’ zei Hugo. ‘Ik zal je maar snel afmaken, zodat je niet meer naar hun geschreeuw hoeft te luisteren’.
Hugo deed een stap in mijn richting en mijn hand vloog naar mijn boemerang. Maar toen ik voelde dat mijn riem leeg was, kreeg ik het benauwd.
‘Ojee, ben je je wapen kwijt?’ vroeg Hugo.
‘Ik heb geen wapen nodig om jou te vermoorden’ zei ik.
Ik liet mijn lichaam oplichten en vloog de lucht in.
Hugo pakte een bijl tevoorschijn en gooide hem richting mij. Ik ontweek hem met gemak en dook op Hugo af. Ik pakte hem op bij zijn keel en trok hem de lucht in.
Toen ik helemaal aan het plafond vloog, liet ik hem los en kwam hij met een doffe klap terecht op de grond.
Ik vloog weer naar beneden om het nogmaals te doen, toen hij ineens het zakje uit zijn zak haalde en sterrenstof richting mij gooide.
De stof kwam recht in mijn ogen terecht en ik schreeuwde het uit.
Moeizaam stond ik op en keek ik naar Hugo.
De deur ging open en 4 witte Bokkenrijders kwamen de ruimte in gelopen.
‘Het is voorbij’ zei Hugo. De Bokkenrijders grepen mij stevig vast en ik werd meegesleurd richting een tafel die midden in de ruimte stond.
Op dat moment werd het zwart voor mijn ogen.
Toen ik bij kwam, voelde ik dat ik vastgebonden lag op de tafel. Mijn handen en voeten waren vast geboeid en om mijn middel zat een strakke riem gebonden.
Hugo liep op mij af en boog over mij heen.
‘Mocht je proberen om ons te verblinden, dan bestuiven we je met sterrenstof’.
Hij haalde een groot mes tevoorschijn en scheurde mijn trui open, waardoor de plek waar mijn hart zat bloot lag.
Angstig keek ik om me heen en ik trok wild aan de riemen waarmee ik vast gebonden zat.
‘HELP!’ schreeuwde ik.
‘Dat telt als een poging om te ontsnappen’ zei Hugo en hij liet sterrenstof vallen op de plek waar mijn hart zat.
Ik schreeuwde het uit en keek toe hoe mijn huid weg geschroeid was.
‘Goed, we zullen je niet langer martelen’ zei Hugo. ‘Vaarwel mijn vriend, ik voeg je graag toe aan mijn collectie sterrenstof’.
Hugo hief het grote mes, dat daarna met een grote snelheid naar beneden vloog.

Net voordat het mes mijn lichaam doorboorde, brak het glas in lood raam en vloog er een vuurstraal richting Hugo, die met een ongelofelijke kracht naar achteren geblazen werd.
Ik keek richting het gebroken raam en zag een jong meisje staan met zwart haar.
Achter haar stonden vijf mannen met rode kleren aan, net zoals het meisje ook rode kleding aan had.
De Bokkenrijders vielen het groepje aan, maar werden naar achteren geblazen door het vuur dat uit de vuisten kwam van het groepje vuurstrijders.
Het meisje kwam naar mij toegerend en brandde de riemen los.
‘Mijn naam is Sandra en dat is alles wat je nu krijgt’ zei het meisje. ‘We hebben nog een crimineel gevangen te nemen’.
Hugo stond omsingeld door de vijf vuurstrijders en ik liep samen met Sandra naar hem toe.
Op dat moment ging de deur open en kwam Madelief naar binnen gelopen.
Zonder naar binnen de te kijken, deed ze de deur dicht en bleef ze met haar rug naar ons toe staan.
‘Hoe voelt het nou om machteloos te zijn, st’ zei ze toen ze zich omdraaide maar toen ze de vuurstrijders zag staan, werden haar ogen groot.
‘Wat doen jullie hier, tuig?’ vroeg ze verbitterd.
‘Dit tuig heeft zojuist mijn leven gered, Madelief’ zei ik. Ik keek naar haar handen en zag dat ze mijn boemerang vast had.
‘Wat doe jij in vredesnaam met mijn boemerang?’
Madelief keek naar haar handen en hield de boemerang voor haar ogen.
‘Die liet je vallen toen je achter Hugo aan ging’ zei ze en liep naar mij toe en gaf hem aan mij terug.
‘Het is gedaan’ zei ze tegen Hugo. ‘Je staat machteloos, geef je over!’
Hugo keek naar Madelief en glimlachte. Hij boog zijn hoofd naar voren en hief zijn polsen omhoog.
De vuurstrijders sloegen hem in de boeien en grepen hem ruw vast.
‘Vanaf hier nemen wij het weer van jullie over’ zei Madelief terwijl Christopher, Amira en Juliette naar binnen kwamen gelopen.
‘Geen sprake van’ zei Sandra. ‘Wij hebben hem gevangen genomen, dus wij brengen hem naar je ijspaleis en we zullen erbij zijn als hij geëxecuteerd wordt’.
Er verscheen een ader op Madelief ’s voorhoofd en ijs ontwikkelde zich in haar hand.
‘Madelief genoeg’ zei ik toen ik haar schouder vastgreep. ‘De vuurstrijders hebben gelijk. Zij hebben mijn leven gered terwijl jullie er niet waren. Ze mogen er op z’n minst bij zijn tijdens de executie’.
De ader verscheen op haar voorhoofd en de keerde haar rug naar ons toe.
‘Na de executie, keren jullie onmiddellijk terug naar jullie vuurdistrict en er zullen nog sancties volgen’.
Madelief beende weg, gevolgd door haar kinderen.

Hugo liep geboeid tussen de vuurstrijders in terwijl wij richting de ingang van de villa liepen.
Toen we beneden aankwamen, zag ik dat Vera, Liam, Melodie en Tanja om een lichaam heen zaten.
Toen ik dichterbij kwam zag ik dat Lilly, doorboord door een zwaard, op de grond lag.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ik toen Vera huilend op mij af rende.
‘Lilly is vermoord, we hadden geen poot om op te staan. Toen de Bokkenrijders ons aanvielen, gaven Christopher, Amira en Juliette zich al meteen over, zonder ook maar één tegenactie te geven. De deur bleef gesloten en er was niemand die ons kon helpen’.
‘Het spijt me van Lilly’ zei ik. ‘Ik was er zelf bijna ook niet meer geweest als de vuurstrijders me niet hadden gered’.
‘We moeten gaan’ zei Sandra. ‘Ik snap dat jullie het zwaar hebben, maar we willen Madelief niet nog bozer maken dan dat ze al is, door te laat aan te komen met Hugo’.
Ik keek naar Hugo die mij strak aan keek.
Terwijl de rillingen over mijn rug liepen, liepen we met z’n allen terug naar Faldatror, richting het ijspaleis, waar Hugo vermoord zou worden, door mijn boemerang.

Reageer (3)

  • zoekwoord

    eerlijk gezegd denk ik dar hij gaat ontsnappen of zo...

    Maar echt goed geschreven(H)

    1 decennium geleden
  • katl1

    Weer even bijgelezen
    Volgens mij is die Madelief niet veel beter dan Hugo...

    1 decennium geleden
  • Itsuki

    Naahw,

    *Voelt tranen opkomen*

    Snel verder, please.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen