Foto bij 5.

Ik zie steeds dat dit verhaal vaak gelezen wordt, maar dat misschien de helft een abbo neemt :( Het zou fijn zijn als je een abbo neemt, want dat motiveert me om meer te schrijven. Enjoy!

Hermelien vertelt me over de 7e jaars die vorig jaar bij haar op de kamer sliepen, maar dat ze nu allemaal weg zijn. En dat ze het niet erg vind als ik het bureau bij het raam wil. Ze is lang niet zo erg als ik had verwacht, en ik voel me daar even beter door. Maar heel even. Want zodra ze slaapt, en ik in bed lig met het boek in mijn handen, weet ik dat ik voortaan naar mijn leven zal kijken alsof het twee delen waren. Één deel voordat ik erachter kwam dat ik een maanmeisje ben, en het deel erna. Waar ik nu aan begin. Het is ongelofelijk dat ik de signalen niet heb gezien. De extra aandacht die ik kreeg van jongens, waardoor iedereen dacht dat ik een Glamorgana was.. Het feit dat ik soms dingen kan laten bewegen door er gewoon naar te staren, of mijn hand ernaar uit te steken. Het is allemaal bijzonder, maar het ergste kom ik pas te weten bij hoofdstuk 4. Maanmeisjes worden geboren in een tijdperk waarin er een held (of in dit geval heldin) wordt geboren om tegen het kwade in te gaan. Ze zullen als het moet, sterven voor hun taak. Ik besef me pas vlak voordat ik in slaap val, dat de slechterik van onze tijd nog leeft. Ik moet het tegen heer Voldemort op nemen.
Na een avond van weinig slaap en een nachtmerrie die ik me niet kan herinneren, wordt ik wakker met wallen en een onuitgeruste uitdrukking. Ik kreun van medelijden met mezelf als ik zie hoe ik eruit zie. Zelfs Hermelien, die behalve ‘goedemorgen’ en ‘vergeet niet op tijd bij je eerste les te zijn’ niets zegt, kijkt me aan alsof ik een feeks ben. Ik doe wat make up op, en probeer mijn haren in model te krijgen, maar na de zoveelste poging laat ik het maar gewoon hangen. De uniformen hier zijn verschillend, en je kan kiezen. Het was of een witte blouse, met een zwarte broek en bijpassende schoenen, met een veel te lange zwarte mantel. Of het was een witte blouse, zwarte kokerrok en zwarte schoentjes met hoge sokken. Ik ga voor de tweede outfit, maar het voelt alsnog allemaal zo dik aan. Mijn uniform op Beauxbatons was licht en zacht. Dat van hier is stevig en zwaar. Alles hier is zwaar.
Als ik de trap afloop en in de leerlingenkamer ben, voel ik de bijna vertrouwde blikken van iedereen op me branden. Jessica loopt met een glimlach naar me toe.
‘Ik wist dat je voor deze outfit zou kiezen. Alleen moet je er nog wat aan veranderen.’ Ik hou verbaasd mijn armen wat hoger, als ze de rand van de bovenkant van mijn rok vastpakt en naar binnen rolt. Het valt van boven niet op, maar in plaats van net boven de knie, komt het rokje nu tot net halverwege mijn dijen. Ook doet ze mijn blousje in het rokje. Ze kijkt met een schuine blik naar me, om uiteindelijk toch de bovenste twee knoopjes van mijn blouse open te doen.
‘Tada, doei 14 jarig schoolmeisje, hallo diva.’ Ik glimlach, maar die verdwijnt alweer snel als ik vanaf de andere kant van de kamer Potter naar me zie kijken. Om snel weg te kijken als hij ziet, dat ik het zie. Wat een rare gozer.
Met Regina en Jessica aan mijn zijdes voel ik me niet meer zo alleen, maar hun oppervlakkige gepraat over hoe erg hun problemen wel niet zijn (Jessica’s ouders willen niet naar Milaan in de kerstvakantie, Regina baalt dat ze geen waarzeggerij kan volgen) besef ik me hoe groot mijn problemen zijn. Wat moet ik in godsnaam in mijn eentje doen om de meest duistere tovenaar aller tijden te vermoorden? In de grote zaal wordt er een paar keer iets vulgairs naar me geroepen en er word één keer gefloten. Ik besluit dat net als met Megan, ik ze maar zo goed mogelijk moet negeren.
‘Hey’ zeg ik, en glimlach naar Hermelien die toevallig langsloopt, snel terug glimlacht en weer verderloopt, naar haar twee vrienden. Ik roer wat in mijn muesli, als ik opeens denk aan wat er gisteren voor deze deuren gebeurde. Draco Malfidus had me bijna van mijn stokje gekregen, en er was niet eens iets bijzonders gebeurd. Met het gesprek met Perkamentus ertussen lijkt het wel eeuwen geleden dat ik tegen hem aanbotste. Zijn naam klonk me zo bekend in de oren, ik weet zeker dat ik het eerder heb gehoord. Ik kijk naar Jessica en Regina die druk in gesprek zijn, en richt me uiteindelijk op Jason die zijn rooster bekijkt.
‘Jason, weet jij wie Draco Malfidus is?’ Jason kijkt me aan en haalt een wenkbrauw op.
‘Een jongen uit Zwadderich, hoezo?’ zijn stem klinkt achterdochtig.
‘Gewoon, zomaar.’ Ik wend mijn blik af en doe alsof ik Jason’s blik negeer. Ik heb door dat hij me leuk vind, maar ik ben op dit moment niet op zoek naar een vriendje. Of misschien wel? Nee ik ben op dit moment op zoek naar waar ik Draco Malfidus zijn naam eerder heb gehoord. Ik concentreer me en dan is alles opeens helder. Regina had het me verteld. Ze had me verteld hoe giftig Draco wel niet was. Net als andere zwadderaars. De haren in mijn nek gaan rechtovereind staan en ik draai mijn hoofd langzaam om, zodat ik naar de achterste tafel kan kijken. Mijn ogen scannen de lange tafel, op zoek naar zijn lichtblonde haren. En als ik hem eenmaal zie, besef ik me dat hij al naar mij zat te staren.




hahahahaha

Reageer (4)

  • CharmedPiper

    Kudo heb je verdiend omdat, omdat, omdat je verhaal super awesome is!
    Snel verderrrrrrr!

    1 decennium geleden
  • Elysian

    Geweldig verhaal gewoon!! Snel verder xx

    1 decennium geleden
  • OgiwaraUmi

    idem dito :):):)

    1 decennium geleden
  • Wonderlust

    Snel verderrr <3
    Love your story

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen