Nurmanon - 24
“Else, daar ben je, wij…” Archibald stokte. Met grote ogen keek hij naar Nurmanon. Die realiseerde zich dat hij zijn helm niet op had.
“Nurmanon,” stamelde Siebe.
“Else begroette me met broer,” antwoordde Nurmanon. Ze sloegen hun ogen neer en zeiden niets. Nurmanon liet zijn blik over hen beiden gaan. Hij was de laatste jaren nog gegroeid en zelfs Archibald was nu kleiner dan hij. Hun gezichten waren nog littekenloos, in tegenstelling tot dat van Nurmanon, die ook een baard had laten staan. In alle opzichten leken ze jonger dan hij. Zijn blik viel op Archibalds handen, die in het verband zaten.
“Siebe sloot hem op in zijn kamer, nadat Emeric had gezegd dat hij met één van hen wilde vechten. Hij heeft de hele nacht op de deur staan bonken,” legde Else uit. Nurmanon haalde diep adem. Dat was genoeg om zijn broers te doen ineenkrimpen. Ze zijn bang voor me. Nurmanon wist niet wat hij daarmee aan moest. Als ze hem bedreigd hadden of één verkeerd woord gezegd hadden, dan had hij hen tegen de grond geslagen, maar nu…
“Ik meld me straks bij onze vader, jullie kunnen kiezen of jullie ervoor of erna naar hem toe gaan.” Hij draaide zich om en liep weg. Hij dacht aan Siebe die Else verbood te trouwen en Archibalds handen. Ze zullen gaan.
Hij ging echter niet terug naar de gastenkamer, maar naar zijn eigen oude kamer. Alles was nog zoals hij het zich herinnerde. Het bed was opgemaakt, de vloer schoon geschrobd, de meubels afgestoft en er lag hout naast de haard. Hij kon niet in woorden omschrijven wat hij voelde. Vader moet gedacht, gehoopt hebben dat ik terug kwam, zelfs na wat Archibald en Siebe hem verteld hadden. Het liefst was hij meteen naar zijn vaders kamer gerend, maar hij dwong zichzelf te wachten.
Reageer (1)
noooooooooooooooooooooooooooooooooooooo ik wil zien hoe ze een huilende ontmoeting krijgen (die vader dan) SCHRIJF VERDER!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! dat is belangrijk!
1 decennium geleden