Hoofdstuk 8.
Waar lopen we nou eigenlijk heen? vroeg Goudsbloem nieuwschierig. Naar de geenharen. Geenharen? vroeg Zandstorm. Ow, je bedoelt de tweebenen. Tweebenen? vroeg Minoes. Ja, als we er maar komen, zei Minoes, en ze rende weg. Het groepje katten holden achter haar aan, ze kwamen bij de tweebeenplaats. Ze liepen tot Vuurster ineens schreeuwde: RENNEN! Ze renden een tuin in. Wat is er? vroeg Grijsster. Er was een ...... HOND DAAR IS IE WEER! Er zat een gat in de schutting. Kom, erdoor, en ze sprongen er een voor een doorheen. Grijsster als laatst. Grijsster sprong er net doorheen. Grijsster, kom! Vuurster sprong terug. De hond had Grijsster te pakken! Vuurster sprong op de hond en beet hem in zijn nek. De hond rende bang weg. Grijssters lichaam verkrampte en lag toen bewegingsloos op de grond. Grijsster!! Vuurster boog voorover. Grijsster!! Grijsster reageerde niet. Zandstorm, Goudsbloem en Minoes kwamen aanrennen. Zandstorm en Goudsbloem bogen zich voorover. Vuurster had tranen in zijn ogen. Waarom hij?! Waarom?! Je hoorde een snik in zijn stem. We zullen om hem rouwen... mauwde Goudsbloem, en een traan rolde van haar wang op Grijssters kop. Vuurster sleepte Grijsster mee naar een boom waar ze zouden gaan slapen. Vuurster lag de hele nacht bij Grijsster te snikken. Waarom hij?! Zandstorm zei ook niks meer, en Goudsbloem was ook niet bepaald in de stemming. Minoes keek toe. Het was zo treurig. Ze kregen zelfs geen sappig muis door hun keel.
De volgende dag begroeven ze Grijsster. We zullen je niet in de steek laten, Grijsster, murmelden ze, en ze liepen weg. Zandstorm mauwde: hoe heet dat woud eigenlijk? Het is namelijk zo donker en triest... het braamwoud... murmelde Minoes. Bramen zijn ook zo donker. Oke mompelde Zandstorm, en ze liepen weg. Vreugde was er voorlopig nog niet. Ze liepen verder, toen Minoes begon te praten. We zijn bijna uit de geenharenplaats. Het was een hele poos stil, toen ze in het andere deel van het braamwoud kwamen. Nu miauwde Minoes: we gaan recht door, lang zal het niet meer duren verzeker ik jullie. Ze liepen verder en verder, en de hele weg was het stil.
Er zijn nog geen reacties.