Hoofdstuk 2.
Goudsbloem zat ineengedoken in de struiken, te loeren op een muis. Ze wil net aanvallen, als Zandstorm ineens aan komt stormen. Goudsbloem, daar ben je! Roept ze heel hard. De muis schiet ervandoor. Jonge, Zandstorm, wat doe je nou? Ik had bijna een muis gevangen! Door jou is ie weg! Sorry hoor, zei Zandstorm. Ii wist niet dat je een muis had! Oke, het is al goed. Goudsbloem sprong de bosjes weer in, om een nieuwe muis te vangen. Zandstorm zag een eekhoorn in de boom zitten. Ze klom omhoog en ving hem. Goudsbloem, ik heb een eekhoorn! Zandstorm liet de eekhoorn op de grond vallen, zodat Goudsbloem hem kon begraven. Zandstorm sprong uit de boom, recht in de braamstruiken. AUW!!!! riep ze keihard. Haha. Goudsbloem lachte haar uit. Dat is niet grappig!!! Schreeuwde Zandstorm. Kap met lachen!!!! Oke, oke... Goudsbloem stopte met lachen. Na een poosje hadden ze een mooi grote hoop prooi. Kom, we gaan terug, zei Goudsbloem. Het begint al te schemeren. Zandstorm en Goudsbloem namen hun bek vol prooi, en liepen naar het kamp. Toen ze binnenkwamen, kwam Witpoot ineens aangestormt. Boe!!!!!!!! Schreeuwde ze keihard. Zandstorm en Goudsbloem zagen haar niet aankomen door alle prooi, dus ze schrokken zich dood, en lieten alle prooi vallen. WITPOOT!!!! riepen ze in koor. DAT IS NIET GRAPPIG!!!! Ik vind van wel, giechelde Witpoot. Toen kwam Vuurster aangelopen. Zandstorm, Goudsbloem, wat veel prooi! Mooi werk. Ja, veel he? Zei Zandstorm. We brengen het nu eerst naar de prooihoop. En trouwens, Witpoot liet ons doodschrikken. Witpoot, mee naar het leidershol. Ja Vuurster, zei Witpoot, en liep achter hem aan naar het leidershol. Witpoot draaide zich heel even om naar de 2 katten, en keek boos, recht in hun ogen. Haha, eigen schuld, zeiden Zandstorm en Goudsbloem toen de katten verdwenen in het leidershol. Ze raapten de prooi weer bij elkaar en gingen naar de prooihoop.
Er zijn nog geen reacties.