Hoofdstuk 6

Het kamp stroomt weer langzaam leeg. "Loofpoel, Loofpoel!" "wat is er?" Loofpoel draaide zich om. "Hoor je dat ook? Vraagt Zandstorm. "Wat?" Loofpoel spits haar oren. "Ja, een soort kreet." Loofpoel rilde. Zandstorm holde er naar toe, met Loofpoel op haar hielen. "Kijk, een zwarte kat word meegenomen!" "Het is Ravenpoot!" schreeuwt Loofpoel. Zandstorm rent naar Grijsster en Vuurster. "Zandstorm, wat is er?" Zeggen ze in koor. "Ravenpoot word gegijzeld!" Hijgt Zandstorm. "Kom, snel, we kunnen ze volgen!" Vuurster schreeuwt nog snel: "Braamklauw heeft de leiding over het kamp!" "We moeten weg, snel!" Loofpoel wijst ze met haar staart aan. "Kom, erachter aan!" schreeuwt Grijsster. Ze hollen met z'n vieren achter de katten aan, maar Zandstorm stopt ineens. "Zie dit gebied jongens, het is niet goed," merkte ze op. "Zandstorm heeft gelijk," zegt Vuurster. "We zijn ze kwijt, Vuurster," zegt Grijsster. "Nee, we gaan niet terug voor dat we Ravenpoot hebben gevonden. "Is dat wel verstandig?" zegt Loofpoel. "Jullie laatste leven staat op het spel," "Als we het leven van Ravenpoot maar sparen!" zegt Vuurster. "Kom, we moeten een slaapplaats vinden." "Zandstorm en Loofpoel, gaan jullie prooi vangen?" "Oke," en ze hollen weg. "Loofpoel, ik vind het hier maar raar, zo eng en donker, de bomen zijn in groenblad donker en grijs. "Ik zou hier absoluut niet willen wonen. "Ik ook niet hoor." Er loopt een koude rilling over de rug van Loofpoel. Stil es, ik hoor wat. Er komt opeens een groep muizen aanrennen. Loofpoel en Zandstorm springen er op, en ze hebben prooi. ''Het zijn er een stuk of 9,'' snort Zandstorm tevreden. De 2 katten slepen de prooi terug naar de plek waar ze hun leiders achtergelaten hadden. ''Nu al terug?'' mauwde Grijsster. ''Ja, ze kwamen letterlijk vanzelf naar ons toe,'' spinde Loofpoel. ''Ja, geluk.'' voegde Zandstorm toe. Ze aten de prooi op en vielen als een blok in slaap.