Foto bij Hoofdstuk 63

Lieve lezers,

Hier is de volgende alweer. Er komt er nog eentje aan vanavond. Ik ben goed op dreef en ze schrijven lekker weg. Dan kan ik me in het weekendje weg buigen over de grootste cliffhanger aller tijden! Mwuhahaha.

Veel leesplezier.
Liefs,
Idylle.

Er werd op de deur geklopt. ‘Maeve, heb je net pillen genomen?’ Boyce.
‘Nee, hoezo?’
‘Deze zijn twee maanden over datum. Allemaal. Ben je vergeten naar de apotheek te gaan? Hoe kan het dat er nog zoveel in zitten? Ben je vergéten om ze in te nemen?’
Man, die gast stelde veel vragen. Hij leek Waylon wel.
Waylon. Fout.
‘Misschien,’ antwoordde ik. ‘Misschien ook niet. Ik weet het niet, oké! Weet jij mijn wachtwoord?’
‘Nee, dat wil je me nooit vertellen. Dit is jouw geheime project, weet je nog. Waarom zou jij me daarvoor je wachtwoord toevertrouwen als je al niet eens de deur open wilt doen voor een kop koffie?’
Ten eerste: ik haatte gewone koffie. Ten tweede: dit was een geheim. En ja, daar had hij een punt.
Maar wat zou mijn latere ik – want ik kon inmiddels wel met zekerheid concluderen dat dit… toekomst was – voor haar partner willen verbergen? Een geheim wat ze hem nooit verteld had.
Liefje, ik ben jouw “Nathaniël” niet, oké? Die aanhalingstekens deden het hem.
Ik tikte ‘nathaniël’ in. Fout.
‘Bloesem’. Fout.
Een combinatie van die twee.
Wachtwoord correct. Welkom. Dat was fijn.
Het beeld wat me voorgeschoteld werd was iets minder fijn. Twee verschillende programma’s stonden open. Een communicatieprogramma en beveiligingsbeelden. Maar nee, geen beveiliging. De beelden waren te scherp voor de beveiligingscamera’s. Alles was in kleur. De mensen die te zien waren, herkende ik eerst niet.
Twee mannen van Boyce’ leeftijd zaten op één bed, en keken naar een scherm in hun handen. Ik schatte ze allebei in rond een jaar of vijfentwintig, zesentwintig.
Aan de andere kant van de ruimte stonden nog twee bedden. Daar zat een kleiner figuur, ze was een jaar of tien, misschien jonger, op heen en weer te wippen. Ze sprong op en ging weer zitten. Ze ijsbeerde. Ze was nerveus. En ze was mager.
De ruimte was me veel te bekend. De jongens ook. Maar wie was het meisje?
De mannen spraken een paar woorden met elkaar. De lange jongen vroeg iets aan het meisje. Ze mompelde een paar woorden, keek even naar boven en ging toen door ben wiebelen en frummelen en wandelen.
Ik drukte op het icoontje van de microfoon, waar eerst een streep doorheen was getrokken. Ik hoorde geluid. Gekuch en een paar onverstaanbare woorden. Toen een meisjesstem, helder, hoog en allesbehalve onverstaanbaar. ‘Wanneer belt mama?’
‘Weet ik niet, Bloesem,’ zei de kleine jongen. ‘Misschien wel niet, net zoals gisteren. Ze heeft het druk met haar werk, weet je.’
Ik werd overspoeld door een onbekend gevoel. Eigenlijk dat wat ik altijd had bestempeld als moedergevoelens, maar dan tien miljoen keer sterker. Het was overweldigend.
Ik wilde op het knopje van de telefoon drukken. Ik wilde ze meteen bellen en vertellen dat ik van ze hield en dat ik wel zou bellen vandaag. Maar iets weerhield me ervan. Een vreemd gerommel op de achtergrond van het beeld, misschien.
Het gerommel werd luider, trok ieders aandacht.
Ineens ging het over in geratel. De cel stroomde vol met licht. ‘Het is tijd,’ werd er gezegd. ‘Ze is oud genoeg om op eigen benen te staan. Ze gaat mee.’ De stemmen hadden het niet tegen Nathaniël en Jace. De stemmen hadden het tegen elkaar.
Er verschenen drie figuren in de cel. Een dikkere man, en twee soldaten. Op en top in uniform en beschermende kleding. Zoals ik ook had gezien in Nathaniëls droom, toen hij werd vervoerd en opgepakt en al die dingen. Gingen ze Bloesem weghalen bij Nathaniël en Jace?
Ik zag hoe Nathan de tablet wegmoffelde onder de matras. Het was al vaker gebeurd. In de matras zat een deuk die er niet uitgedrukt werd als de mannen bleven zitten.
Jace stond op. ‘Wat gebeurt hier? Niemand neemt haar mee.’
De dikkere vent stapte naar voren. ‘Rustig aan, Jace. Je brengt jezelf alleen maar in de problemen als je boos wordt. Dat weet je. Houd je in. Ga weer zitten, alsjeblieft.’ Ik kende die stem. Dat was Jordan. Hij wendde zich weer tot de soldaten in uniform. ‘Is er echt geen andere manier.’
‘Niet als u uw gezicht graag wilt behouden.’
Jordan zuchtte, keek toen omhoog, naar de camera. ‘Goed dan. Neem haar maar mee.’ Hij sloot even zijn ogen. Zijn lippen vormden woorden zonder geluid. ‘Sorry, Maeve.’
De mannen grepen Bloesem vast. ‘Meekomen.’
Nathaniël stond op, wilde haar weer naar zich toe trekken, maar werd door Jace hardhandig op het bed geduwd. ‘Kappen, man. Zo breng je niet alleen jezelf in gevaar. Denk even na.’ Het was nauwelijks te horen door het gegil van Eleanor heen.

Ik schrok wakker in een pikdonkere kamer. Een gil stokte in mijn keel toen ik me realiseerde dat er nog zo’n twintig anderen om me heen lagen te slapen. De buikpijn was er weer. Het verzwolg me. De tranen sprongen in mijn ogen. Ik schopte de dekens naar het uiteinde van mijn bed en trok mijn al ingepakte tas onder het bed vandaan. Ik moest hier nu meteen weg. Het werd me teveel. Camren, de zorgen om Nathaniël en Bloesem, de nachtmerries iedere keer. Het moest maar eens over zijn.
Ik rende door de gangen heen, sprintte een paar trappen op en deed met alle zelfbeheersing die ik nog over had de deur van de opslagruimte zachtjes dicht. Ik drukte de tablet aan en beukte drie keer op de knop om Nathaniël te bellen.
Het kostte me drie oproepen voor er werd opgenomen. ‘Wie is dit?’ mompelde een slaperige stem.
‘Nathaniël?’
Hij mompelde wat. ‘Ach, wat zou het ook. Ja, Nathaniël, ja. Maeve?’
Op de achtergrond werd er nog iemand wakker. Een krijsende baby.
Ik zuchtte opgelucht. Ze leefden nog. ‘Nathan, ik ben het. Echt waar. Ik ga Cade wakker maken, ik heb een nachtmerrie gehad en mijn buik doet pijn en ik wil naar huis. Nu.’
Het was even stil aan de andere kant. Toen schraapte hij zijn keel. ‘Dus… wil je terug naar je ouders? Heb je besloten je stage op te geven?’
‘Wat?’ Ik snapte hem niet. En toen wel. ‘Nee! Ik wil terug naar het centrum, naar jou en Jace en Bloesem.’
‘O. Je maakte me bang, Mae. Ik dacht dat je belde omdat je echt wegging. Maar waarschijnlijk gewoon vanwege de nachtmerrie, toch?’
‘Ja,’ snotterde ik. De tranen liepen inmiddels over mijn wangen. ‘Sorry dat ik je wakker gemaakt heb. En dat ze dit nu allemaal weten. En dat ik waarschijnlijk opgepakt word.’

Reageer (2)

  • Vibes

    =OOOOOOOOOO
    Eerst Camren en nu Maeve en neeeee :(

    1 decennium geleden
  • Fliine

    o o o o oo:S

    Ik was net even aan twijfelen trouwens, dat haar 'droom' geen droom was, maar het echte leven. En dat ze alles over dat centrum gedroomd had. Maargoed, het is dus wel een nachtmerrie.
    Nu ben ik wel heeeeel benieuwd naar die grote cliffhanger, dus ik ga snel verder naar het volgende stuk! hahah

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen