Nurmanon - 20
“Ik zorg er wel voor dat ze een lesje krijgen. Wie weet laat ik mijn reus ze over zijn knie leggen.” Het gejuich verstomde en alle blikken waren gericht op de mannen die daar als gelijken tegenover elkaar stonden.
“Ik wens u geen kwaad toe en ik hoop dat we elkaar bij een volgende ontmoeting als vrienden kunnen begroeten.”
“U wel,” antwoordde Emeric. Nurmanon had ook niet meer verwacht. Hij draaide zich om en liep naar Siebe om het schild terug te geven.
“Dank…” stamelde die. Nurmanon zei niets, Siebe wist zelf ook wel hoe dicht hij bij de dood geweest was, maar deze keer leek het de juiste indruk op hem gemaakt te hebben. Nurmanons ogen zochten zijn zusje. Voor hij op zijn paard sprong en weg reed, wilde hij zien hoe ze van meisje was opgegroeid naar jonge vrouw. Hij zag haar onder de poort staan. Zijn aandacht werd echter getrokken door een gedaante op een stoel naast haar. Dit kon niet… Hij moest zekerheid hebben… en voor hij er over kon nadenken, liep hij de poort door waarvan hij gedacht had dat hij er al voor de laatste keer buitengegaan was. Op twee passen afstand van zijn vader bleef hij staan. Nurmanon had genoeg van de wereld gezien om verlamming van de benen te herkennen. Hij wist niet of hij blij moest zijn dat zijn vader nog leefde of verdrietig om wat er van hem geworden was.
“Ik moet u bedanken, edele heer. Als er iets is wat ik voor u kan doen…” De manier waarop zijn vader tegen hem praatte, deed hem onverwacht pijn.
“Ik verlang alleen een bed. Ik ben uitgeput.” Hij was er niet klaar voor om zijn familie te woord te staan.
“Zoals u wenst. Omar, toon hem onze beste kamer.”
“Volgt u mij maar, heer.” Omar was nooit van zijn vaders zijde geweken. Als iemand hem kon vertellen wat zijn vader zo verminkt had, was hij het wel.
Reageer (1)
verminkt... noooooooooooooooooooooooooo(huil) lieve vadertjes zijn zielihihihihihihig
1 decennium geleden