Hoofdstuk 8
Een paar dagen na het feest kwam Appolodorus naar het huis van Halt en Gilan. De jongen is nog 100 meter van het huisje, of er verschijnt al een gedaante, recht voor zijn neus. Appolodorus schrikt en wil direct roepen tot ze hem in Teutoland kunnen horen. Maar Gilan legt vlug een hand over zijn mond. 'Wat doe jij hier?' sist hij.
'Ik wou je even bezoek brengen, een GEZELIG bezoekje!' fluisterde de Genovees. 'Oké, je mag blijven, maar zorg dat Halt je niet kan zien, horen of zelfs ruiken!' 'Oké' zegt Appolodorus. Gilan gaat vlug boogschieten, hij doet het erg goed. Halt komt in de deuropening staan en zegt 'Je hoeft je pees niet zo te spannen, of moet hij kapot?!' Halt wil zich net omdraaien, als hij zegt 'en het is niet erg hoffelijk om je vriendje in de struiken te laten zitten, hé?!'
Beschaamd komt Appolodorus uit de struiken. 'Wel, wel, wel. Ik dacht niet dat we een heuse Genovees in ons gezelschap hadden, zeg wil jij Gilan helpen met zijn werpmes, zijn tactiek is waar-de-loos.' De Genovees gaat met een rood hoofd naar Gilan, die net zo'n rood hoofd als Appolodorus heeft. 'En denk maar niet dat jullie gewoon kunnen kletsen, want ik hou jullie continue in de gaten' En zo toont Appolodorus Gilan hoe hij met messen moet gooien zonder te missen. Ze oefenen tot Halt Appolodorus naar het kasteel stuurt en Gilan uitnodigt om te komen eten, maar Gilan moest dat nog klaarmaken.
Er zijn nog geen reacties.