Hoofdstuk 3.

Zandstorm, Loofpoel en Stropels keken met wijd opengesperde ogen naar het lichaam van Witstorm. Zandstorm stormde erheen. "Volgens mij is ie dood," zei ze. Zandstorm keek verdrietig naar Loofpoel en zij keek naar Stropels. "Ik haal Vuurster wel." Stropels strompelde naar het kamp. "Waarom, waarom?" Jammerde Loofpoel. "Waarom hij?" Riep Zandstorm. Ze zeiden niks meer. Zandstorm en Loofpoel keken doodstil naar het beweegloze lichaam van Witstorm. Op dat moment stormde Stropels op hen af met Vuurster, Grijsster, Vuurpels, Snelstorm, Leeuwenhart, Schorspels, Muisbont, Witpoot, Lichthart, Wolkstaart, Vosstaart en Sintelvel. De halve DonderClan dromde om het lichaam van Witstorm. "Is ie dood?" Vroeg iemand. "Aan de kant, aan de kant." Sintelvel liep op het lichaam van Witstorm af. Ze legte haar kop op Witstorms buik. "Zijn hart klopt niet meer," zei Sintelvel verschrikt. "Hij is ook helemaal stijf." "We kunnen niets meer voor hem doen," zei Sintelvel. Hij was waarschijnlijk ter plekke dood, toen hij vertrapt werd. "We nemen hem mee naar het kamp en zullen daar om hem rouwen," zei Vuurster. Schorspels en Vosstaart pakten het stijve lichaam allebei aan 1 kant, en sleepte het mee naar het kamp. De andere katten volgden hun. Eenmaal terug in het kamp lieten ze het roerloze lichaam in het midden van het kamp, voor de hoogsteen, liggen.
Vuurster sprong op de hoogsteen, en deed een oproep. Alle katten van de DonderClan, verzamelen aan de voet van de hoogsteen. Het lege kamp stroomde al snel vol met katten. Iedereen die niet mee was geweest toen ze Witstorms lichaam gingen halen, keken verschrikt en verdrietig naar het beweegloze lichaam van Witstorm."Katten van de DonderClan," riepen Grijsster en Vuurster. "Zandstorm, Loofpoel, kom aan de voet van de hoogsteen zitten en vertel wat er is gebeurt." Zandstorm en Loofpoel kwamen naar voren en gingen zitten. "We waren op Dageraad patrouille met Witstorm," vertelde Loofpoel. "Toen kwam er een kudde koeien aan," rilde Zandstorm. "Toen kwam Stropels met zijn staart vast te zitten tussen een wortel, Witstorm beet de wortel door en Stropels ontsnapte," vertelde Loofpoel. "Toen kon Witstorm niet op tijd ontsnappen en werd verpletterd door de koeien," zei Zandstorm. Alle katten keken verschrikt naar Zandstorm en Loofpoel. "I-is dat waar?" vroeg een kat. "Ja," zei Zandstorm. "Dat is waar." "We zullen om hem rouwen," zeiden Vuurster en Grijsster. "Vanavond."