Hoofdstuk 2.
Witstorm stapt op Zandstorm en Loofpoel af. "Zijn jullie klaar voor de patrouille?" Vroeg hij. "Ja," zeiden ze. Ze stonden op, en liepen achter Witstorm aan. "Is het goed als Stropels ook meegaat?" Vroeg Witstorm. "Hij was ook al wakker." "Tuurlijk," zei Zandstorm. "Gezellig." Zei Loofpoel. Stropels kwam op de 3 katten aflopen. "Heey, Zandstorm, heey Loofpoel, heey Witstorm." Zei hij. "Heey Stropels," zei de patrouille. "Kom, we gaan," zei Witstorm. "Anders is het straks al Dageraad geweest." De 3 krijgers liepen achter Witstorm aan, het kamp uit. "Waar gaan we patrouilleren?" Vroeg Stropels. "Langs alle DonderClangrenzen." Zei Witstorm. Er viel een stilte, terwijl de katten achter elkaar aanliepen. Opeens ritselde er iets in de struiken. Alle katten keken verschrikt op. Er kwam een kudde koeien aangestormd. "Ren voor je leven!" Riep Loofpoel. Alle katten rende weg, maar Stropels bleef vastzitten met zijn staart tussen een boomwortel. Witstorm rende op hem af, beet de wortel door zodat Stropels kon ontsnappen. Witstorm kwam niet op tijd weg, en de koeien verpletterden hem. "Je hebt mijn leven gered, Witstorm! NEEE, WITSTORM!!!!!!"
Reageer (1)
Lol, vanwaar opeens die bizons :p
1 decennium geleden