A ranger/traitor 215
Kom op Miko, laat die mislukte koningen zien wat het betekend om een grijze jager te zijn!!!
“Ik heb niet echt een opmerking”, zei hij uiteindelijk. “Maar misschien wel een aanvulling.” Hoewel hij met zijn rug naar de koningen toe stond, wist hij dat ze elkaar nu verbaasd aankeken. Snel probeerde hij zijn gedachten te ordenen, zodat hij zijn idee klaar en duidelijk uit zou kunnen leggen.
“Tot hiertoe hebben jullie alles in het werk gesteld om te voorkomen dat zouden uitvaren om te plunderen. Nu is het echter de bedoeling dat ze zo snel mogelijk naar de schepen vluchten en naar Skandia terugvaren.”
“Ja, inderdaad”, zei Halt.
“Ik denk dat het misschien een goed idee is om hen nu een teken of iets dergelijks te geven dat het weer veilig is om op zee te gaan.”
“En wat had je dan in gedachten als teken?”
“De Skandiërs geloven in een soort van beschermgeesten die schepen in nood de weg wijzen. Als we die projecteren boven het water, zien ze het misschien als een teken van de Goden, dat ze beter wegvaren dan vechten.” Halt knikte een paar keer. Hij leek het idee echt serieus te nemen. Totaal onverwachts kreeg hij bijval van Haviks, de krijgsmeester van de koning.
“En als we dan toch bezig zijn, kunnen we ze meteen in de richting van Skandia laten verschijnen, zo weten we zeker dat ze niet naar Araluen varen. Hoe zien die beschermgeesten er eigenlijk uit?”
“Kleine blauwe wezentjes die boven het water zweven.”
“En dat moeten wij geloven?” zei een van de koningen. “Wie zegt dat die jongen niet alles verzint?”
“Ik verzin dit niet!” zei Miko verontwaardigd. “Tyr riep hen de hele reis aan, omdat we met maar twaalf zeelui vier schepen hierheen moesten krijgen.” De koning wilde nog iets zeggen, maar Halt gaf hem de kans niet.
“Luister eens. Ten eerste is dit geen jongen, maar een grijze jager. En mochten jullie het vergeten zijn, jullie hebben heel wat aan ons te danken. Ten tweede is hij helemaal naar Skandia gereisd en heelhuids teruggekeerd terwijl hij daarbij nog eens driehonderd man van een afschuwelijke dood gered heeft, waarvan er tweehonderd klaar staan om ons te helpen. Dat is meer dan een van jullie kan zeggen.” Halt keerde de verblufte vorst de rug toe.
“Sean, zorg jij dat het leger zich naar de afgesproken plekken begeeft. Ik ga samen met Miko en Haviks naar de boogschutters toe. We hebben een dag om alles in orde te brengen. En we vallen aan met het eerste ochtendgloren.” Koning Sean knikte.
“Dat doen we.” Halt en hij keken naar de andere koningen, maar die hadden voor een keer niets aan te merken.
Reageer (8)
Dwaallichtjes! Oké ze heten misschien geen dwaallichtjes maar het doet me daaraan denken.
1 decennium geledenoooooooooohe blauwe kleine lichtjes! dat doet me aan de film Brave denken! en even over die droge of flauwe opmerkingen van Halt: hij heeft gewoon de laatste tijd veel water gedronken zodat ze niet meer zo droog zijn of veel zout gegeten voor de flauwheid!
1 decennium geledenIk wil niet gemeen zijn, Maar... het is toch
1 decennium geledenHalt - sarcasme en niet
Halt - lof en aardig zijn??????????
snel verder bij gorlogs blinkende tapdansschoentjes
1 decennium geledenSNEL VERDER!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
1 decennium geleden