Hoofdstuk 6
In Redmont verschilde het niet zoveel van in het bos : water halen, koken en oefenen, oefenen, oefenen... Maar ook nieuwe dingen zoals kuisen en opruimen. En dan was er het hindernissenparcour -een martelwerktuig volgens Gilan- 20 keer per dag over en weer lopen over balken, touwen en over een muur, en dat allemaal binnen een bepaalde tijd. Ook kreeg hij een eigen paardje Bles.
Het was een mooie, rosse merrie. Vanaf het eerste moment vielen ze voor elkaar, letterlijk voor Gilan. Hij wou op het kleine paardje gaan zitten toen het beestje als een gek begon te steigeren. Binnen een paar seconden lag Gilan op zijn rug in het zand. 'Had ik al verteld dat je een wachtwoord nodig had?' zij Halt met een gestreken gezicht. 'Nee, dat was je vergeten!' zei Gilan sarcastisch. 'Oh, je moet "bruine ogen" tegen haar zeggen.' Bruine ogen?' 'Niet tegen mij maar tegen het paard' zei Halt proestend 'Hahaha, heel grappig' zei Gilan, hij boog voorover en fluisterde 'bruine ogen' in haar oor. Hij stapte in de stijgbeugels en zette zich schrap om eraf gegooid te worden, maar het paard was zo mak als een lammetje. Gilan maakte soepel een ritje, hij had immers al op een paard gezeten. En toen sprongen hij en Bles over het hekje. 'Wie het eerste thuis is!' riep hij Halt na. Die ging direct op zijn paard Abelard zitten en reed Gilan in galop achterna.
Er zijn nog geen reacties.