Foto bij Hoofdstuk 53

Lieve lezers,

Dit is het tweede hoofdstuk wat ik schrijf, vandaag. Ik ben lekker bezig! *ahem*
Houden jullie het nog bij? Moet ik langzamer? Zeg het dan gewoon, hoor. Dan bouw ik een voorraadje op. Dat is misschien sowieso een goed idee...

In elk geval: dit is weer een heel erg nadenkerig hoofdstuk, waarin Maeve wat dingen op een rijtje zet en stiekem een paar aanwijzingen herhaalt, dus misschien hebben jullie er wat aan.
We komen nu in het stuk waarin ik jullie steeds naar een andere persoon stuur, maar wel met wat extra hints richting... nouja: de echte mol XD
Misschien hebben we de echte mol al uitgebreid gehad, misschien ook niet. Dat laat ik voorlopig nog even aan jullie fantasie over.

En dan is er ook nog steeds de mogelijkheid dat Nathaniëls theorie onjuist is. En dat de Regerng dus wel iemand het kamp in heeft gestuurd als stage-opdracht voor Maeve en Cade.

Mwuhahah, ik ben jullie lekker in de war aan het brengen. Man, wat is dit leuk, zeg. Hihi.

Veel leesplezier!
Liefs,
Idylle.

Het nieuws over de baby raasde door het kamp heen als een bosbrand. Voor ik het zelf goed en wel doorhad werd ik van alle kanten aangesproken. Iedereen wilde het kindje zien, weten wat voor ‘wonder’ het centrum had bereikt. Persoonlijk vond ik het geen wonder. Ik had het nooit als leuk kunnen bestempelen. Het was verschrikkelijk om alleen al met het idee rond te lopen dat zij op een dag net zo behandeld zou worden als Nathaniël en Jace. Afschuwelijk om te weten wat voor leven ze tegemoet ging. Onbeschrijfelijk ongrijpbaar hoe haar moeder haar ter wereld wilde zetten. De wereld was weer voor me veranderd in een raadsel, en ik kon het niet oplossen.
Avery kwam laat in de middag zoekend het pleintje op waar ik de spullen aan het schoonmaken was. Eleanor was tijdelijk aan Nathaniël toevertrouwd. Het was heerlijk weer voor het seizoen, zonnig en ongeveer tien graden. Als je er langer over nadacht was het niet zo heerlijk. Het was februari, zo niet maart – de dagen liepen al door elkaar heen, laat staan de cijfers die de dagen in hokjes stopten -, het zou moeten sneeuwen, vriezen, ijskoud zijn. We hadden het milieu verpest, het weer klopte niet meer in vergelijking tot de tijd van het jaar. In de zomer vroor het soms, in de winter kon de temperatuur oplopen tot de twintig graden en in de nacht dalen naar min vijf. Het beangstigde me, maar in de huidige situatie vond ik het wel best, geloof ik. De nachten waren koud genoeg.
‘Ben je bijna klaar?’ vroeg ze.
Ik knikte. ‘Ja, ik ben nog even bezig met afdrogen, maar dan kan alles weer terug de cel in. Ik heb Adriënne gevonden, overigens. Interessante vrouw, vriendelijk ook.’ Wat was de relatie tussen Avery en dokter Murkow? Wat was Avery’s rol in dit geheel, überhaupt? Ik kon er niet echt wijs uit worden, op het ene moment leek ze heel pro-regering. Zoals gisteren, toen ze me vertelde dat ik niet overal mijn neus in moest steken. Maar op datzelfde moment had ze ook tegen de Regering kunnen zijn. Er zijn dingen die je liever niet wilt weten, Maeve. Succes met zoeken naar de mol. Veel succes daarmee, overigens.
Was dat een hint? Dat ze de mol kende en dat die zich niet zo snel liet vangen? Dat zij de mol was?
Hoeveel had ik gemist? Hoeveel aantekeningen waren er die niet tot mijn hoofd doorgedrongen waren?
‘Ja, inderdaad. Ze is een beetje apart, soms, maar ze is oké. Ze houdt zielsveel van haar kinderen, maar ziet ze nauwelijks. En dan ook nog die borstvoeding en Eleanor er nu bij. Ik hoop dat het haar niet teveel wordt, ze heeft niet bepaald een ijzersterke, onwrikbare persoonlijkheid of iets dergelijks.’ Avery pakte ook een handdoek en begon aan de andere kant van het bed met afdrogen.
In mijn hoofd liet ik alle situaties voorbij glippen waarvan ik dacht dat ze iets uit zouden kunnen maken. Waren die er wel? Of zag ik spoken?
Mijn aankomst. Jordan en Avery waren aanwezig in die scènes. Jordan was niet bepaald blij geweest met mijn plan om plaats te nemen tussen de Dwalingen. Avery dan weer wel. Ze had gezegd dat ze het origineel vond, dat ik er goed over had nagedacht. Had ik dat? Ik kon nu zeggen dat ik het nog steeds een goed plan vond. Het had mijn leven positief beïnvloed, tot nu toe, dan. Ik had allemaal lieve mensen leren kennen, maar wat had ik daar aan als de zes maanden om waren? Ik zat nu tegen het einde van de tweede aan, dacht ik. Mijn weekendje vrij zat er waarschijnlijk weer aan te komen.
Aan het einde van mijn stage moest ik iedereen achterlaten. Tris, Jace, Lorain, Nathaniël, Ilex… Bloesem. En zelfs – al wilde een deel van mij dat niet bepaald toegeven – Cade en Jordan en Jacy en Sharif en Avery. Ik had zes maanden met al die mensen op een kluitje geleefd en moest ze dan achterlaten met de onthulling van de harde waarheid. Want dan zou de Commandant het ze vertellen. Hij zou ze vertellen dat ik me al die tijd had voorgedaan als iemand die ik niet was, dat ik ze allemaal had verraden. En iedereen, iedereen behalve Nathaniël zou me haten. Ze zouden mijn naam scanderen en over me dromen. Ze zouden willen dat ik dezelfde martelingen die zij hadden doorstaan in hun hele leven, allemaal tegelijkertijd over me heen kreeg.
‘Ik ben haar in elk geval voor eeuwig dankbaar dat ze Bloesem een kans geeft,’ mompelde ik als een vertraagd antwoord. Het was blijven steken in mijn mond, klopte niet met de boze, verdrietige gedachten die nu door mijn hoofd schoten. Dat ging niet samen, tot nu.
Na mijn aankomst, wat was er allemaal gebeurd? In het begin niet zo veel. Jordan fungeerde als mijn mentor, hielp me een beetje bij mijn stage-opdracht. Alhoewel, hij sprak me de moed in. Daar bleef het bij. Maar kon je iets anders verwachten?
Avery was aardig geweest.
Ik had geen problemen gekregen met mijn ‘intimiteit’ met Nathaniël.
Toen had ik een weekendje vrij gekregen. Ik mocht mensen lesgeven, vlak nadat ik Nathaniël had verteld wie ik werkelijk was, en met welke reden ik in het centrum was. Twijfels, twijfels, twijfels.
Jace en Ilex en die andere jongen verschenen vlak daarna op het toneel. Ilex had me pijn gedaan, maar Jace had verhinderd dat er daadwerkelijk schade was gemaakt. Kon Ilex wel permanente schade aan iemand toebrengen?
Die jongens zorgden in het algemeen nog voor heel veel vragen. Waar kwamen ze vandaan? Hoe waren ze uiteindelijk opgepakt? Hoe lang hadden ze zichzelf vermomd? Jace was duidelijk helemaal afgetraind, niet gewoon sportief, zoals Nathaniël, maar echt één en al spieren. Hij werd alleen magerder nu hij hier een tijdje was. Ik merkte het ook aan mezelf, mijn botten prikten door. Ik at steeds minder.
Jace was bij ons in de cel gezet. Maar door wie? Het klonk aannemelijk dat dat de mol moest zijn geweest. Immers, zo kon ik niet meer overleggen met Nathaniël. Maar wat was de kans dat hij of zij dat in de gaten had gehad? Was die kans überhaupt aanwezig?
En dat gedoe met Tris en Jacy tijdens wasdag. Wat moest dat voorstellen?
‘We zijn bijna klaar, geloof ik, Maeve,’ vond Avery. ‘Ik zal je even helpen alles op de goede plek te zetten en nog een paar flesjes voor je klaar te maken. Trouwens, ik had nog kleertjes voor haar mee. Misschien iets te groot, maar wel lekker warm.’
Ik was nog lang niet klaar. Ik had nog heel wat mensen om te ondervragen.

Reageer (2)

  • Vibes

    MIJN BREIN KAN DIT NIET HENDELEN

    1 decennium geleden
  • histofafoe

    Je schudt iedereen weer even flink door elkaar. Ik weet niet of ik dat leuk vind xD

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen