Nurmanon - 15
Een vrouw kwam op hen afgerend.
“Dieter, mijn jongen, daar ben je! Ik was zo ongerust. Ik wist niet waar je was en wat er met je gebeurd was. Je bleef maar weg. Ik ben zo blij dat je veilig thuis bent!” De vrouw bleef maar doorpraten tegen haar zoon en merkte niet eens dat ze zich in het gezelschap bevond van een beroemde ridder en een reus.
“Zijn enkel is verstuikt, hij zal er een tijdje niet op kunnen lopen,” zei Nurmanon. De vrouw herinnerde zich de beleefdheidsregels weer.
“Ik dank u, heren, voor het veilig thuisbrengen van Dieter. Kom toch binnen, dan bied ik u iets te eten en te drinken aan.”
“Dat is heel vriendelijk van u, maar we hebben een ander doel.”
“Welk ander doel wij hebben?” vroeg Johan hem, zodra ze weer op weg waren.
“Ik weet niet echt of het een doel is, ik zou het wel willen…”
“Wat jij willen?”
“Mijn moeder laten weten dat alles goed met me is, haar omhelzen… maar dat gaat niet zomaar.”
“Waarom niet?” Nurmanon zuchtte, maar daarna vertelde hij zijn vriend alles wat hem overkomen was.
“Dus je vader niet bij je moeder wonen?”
“Ja,” antwoordde Nurmanon gepikeerd, hij had tijdens zijn relaas minstens tien keer gezegd dat hij een bastaard was. Dat wilde hij niet nog een keer doen.
“Jij naar je moeder kunnen gaan en je vader en broers dat niet weten.” Nurmanon keek zijn vriend een paar tellen stomverbaasd aan.
“Je hebt verdomd gelijk!”
Nurmanon had geen idee wat hij verwachtte te zien toen hij de heuvel opreed vanwaar hij voor het eerst in vijf jaar zijn vaders burcht weer zag, maar zeker niet een heel leger dat voor de poort lag.
“Wat hier aan de hand zijn?”
“Ik heb geen idee,” antwoordde Nurmanon, maar het zag er naar uit dat dit dan toch meer zou worden dan een bezoekje aan zijn moeder.
Reageer (1)
whoehoeeeeeeee zijn het skandiërs die komen eten? (mwohahahahaha)
1 decennium geleden