Nurmanon - 14
Dit was nog maar het begin van de avonturen van de ridder met het groene schild of - omdat dat nu eenmaal beter klonk in liederen - de groene ridder. Na vijf jaar kon geen van beiden nog zeggen hoe vaak de ander zijn leven gered had en eigenlijk deed dat er ook niet meer toe. Vrienden blijven samen, ook zonder bloedschuld.
“En wat is ons volgende doel?” vroeg Nurmanon, terwijl hij nog wat water op een schroeiplek op zijn hand goot. Die had hij te ‘danken’ aan een vuurspuwende hagedis - een draak wilde hij het niet noemen, aangezien het beest niet eens zo groot was geweest als zijn paard - maar zijn vuur was behoorlijk warm geweest.
“Waarom jij altijd een doel willen?”
“Gewoon daarom, dan kan ik…” Hij kapte zijn zin af en spitste zijn oren. In de verte hoorde hij iemand om hulp roepen. Ze gaven hun paarden de sporen. Johan zag hem het eerst, een jongen van een jaar of tien, elf. Hij was in een konijnenhol getrapt en had zijn voet zodanig verstuikt dat hij niet meer kon lopen. Johan nam de jongen in zijn armen en droeg hem naar huis, terwijl Nurmanon het sprokkelhout voor zijn rekening nam. Wat als de zangers me zo zouden zien? Zouden ze dan een lied maken over de groene houtdrager? Dat zou nog eens een lied zijn. De ridder met het groene schild, die hout draagt als een boerenzoon… Toen bedacht hij dat hij eigenlijk ook een boerenzoon was en dat als alles anders gelopen was, hij op dit moment misschien evengoed met hout had gesleurd, maar dan voor zijn moeders haard.
Reageer (1)
dat hout mag je niet in de haard gooien! dat is voor het huisje voor ioor dat winnie de phoe en knorretje moeten bouwen terwijl tijgertje alles om ver stuitert!
1 decennium geleden