Nurmanon - 13
“Nee, ik dat niet doen.” De woorden waren zijn mond al uit voor hij besefte dat hij de reus zijn manier van spreken imiteerde. En dat terwijl ze nog maar een paar zinnen tegen elkaar gezegd hadden. Dat zou vervelend kunnen worden als ze samen reisden… maar als dat de prijs was die hij moest betalen voor een drie meter grote meetgezel op een bijpassend paard, het zij zo. Onwillekeurig vroeg Nurmanon zich af hoe zijn broers zouden reageren als ze hem zagen met de reus achter hem. Dat was een aangename gedachte, al was hij niet van plan, met of zonder reus, zijn broers weer op te zoeken. Hij stak zijn zwaard weg.
“Hoe heet je?”
“Johan.”
“Aangenaam Johan. Ik heet Nurmanon.”
“Aangenaam Nurmanon.”
Nurmanon kwam er algauw achter dat zijn nieuwe metgezel niet zo simpel van geest was als zijn gebrekkige zinsbouw deed vermoeden. Dat was eerder te wijten aan het ontbreken van menselijk contact en ook de weerwil om het te leren. Nurmanon gaf het na enkele maanden op om te proberen Johan duidelijk te maken dat werkwoorden vervoegd moesten worden en achter het onderwerp thuishoorden. Het hielp niets en Johan leek het alleen leuk te vinden om hem ermee te plagen.
Dat hij niet dommer, en misschien zelfs slimmer, was dan gewone mensen, bewees Johan toen hij erin slaagde om zijn vriend en zichzelf levend te laten ontkomen aan een horde woedende trollen. Dat gebeurde nadat Nurmanon een weddenschap had afgesloten met hun koning, die niet blij was met de uitkomst ervan.
In het hele land en ver daarbuiten zouden verhalenvertellers nog jarenlang gissen naar de aard van de weddenschap en wat de inzet was. In ieder geval hadden de trollen zich nadien nauwelijks nog vertoond en was het geluid van een zwaard dat uit de schede getrokken werd, voldoende om hen panisch op de vlucht te doen slaan.
Reageer (1)
whoehoeeeeeeeeeeeeeeeeee weg met trollen!!!!!!!
1 decennium geleden