Nurmanon - 11
Het voelde goed een doel te hebben. Terwijl hij aan de reus dacht, kon hij zijn familie even vergeten. Naarmate hij dichter bij de bergen kwam, namen de verhalen over de monsterlijke reus die er zou huizen, toe.
“Hij laat zich alleen zien aan ridders, zodat hij hen kan uitdagen,” wist een boer hem te vertellen.
“Ik lijk genoeg op een ridder om hem naar me toe te lokken.” Als hij tientallen ridders voor de gek kon houden, dan moest een enkele reus ook wel lukken.
“Ga niet! U rijdt uw dood tegemoet!”
“Ik moet ergens heenrijden.”
“Ga naar huis!” Nurmanon schudde zijn hoofd en gaf zijn paard de sporen.
Uiteindelijk bereikte Nurmanon de kloof en zoals hem voorspeld was, wachtte de reus hem aan de andere kant op. De rest van de voorspellingen was minder accuraat. De reus was geen vijf meter groot, slechts drie, en hij had geen drie ogen, het waren er gewoon twee. Zijn paard had geen zes benen, maar was wel heel groot. Hij droeg evenmin een mantel van mensenhuiden. En toch voelde Nurmanon de moed in zijn schoenen zakken. De reusachtige knots die de reus zonder de minste moeite hanteerde, woog meer dan Nurmanon zelf. Een klap zou voldoende zijn om hem te vermorzelen.
“Jij vechten of gaan lopen?” riep de reus.
“Ik ga niet lopen.” Hij kon zich de spot van zijn broers levendig voorstellen, als hij zich bang liet maken.
“Jij opkomen dan. Ik verslaan jou!” Nurmanon gaf zijn paard de sporen. De reus zwaaide met zijn knots. Eén blik was genoeg om Nurmanon duidelijk te maken dat zijn schild hier niets zou uithalen. Vlak voor ze elkaar bereikten, haalde hij zijn voeten uit de stijgbeugels en toen de knots omhoogkwam om de fatale klap uit de delen, sprong hij uit het zadel. Hij ramde met zijn schouder tegen de reus. Die had dat absoluut niet verwacht en was bovendien al uit evenwicht doordat zijn knots slechts lucht raakte. Samen belandden ze op de grond.
Reageer (1)
whoehohoeeeeeeeeeeeeeeeeeee (vanwege Wifi-loos huis door blikseminslag bij de beuren kon ik niet op Q )
1 decennium geleden