A ranger/traitor 211

“We zullen het even zuinig moeten aanpakken”, bromde Halt. “Onze voorraad ‘tovertrucjes’ is al aardig geslonken. En nog steeds geen spoor van die vervloekte koningen.” Ze kampeerden nu al weken in de buurt van het Skandische kamp. Hun plan werkte zelfs nog beter dan ze gehoopt hadden en er heerste een sfeer die grensde aan paniek onder de zeewolven. Maar al die tijd hadden ze geen nieuws ontvangen van buitenaf. Niet van de onderhandelingen met koning Otkar, niet uit Araluen en evenmin van Will uit Skandia. En dat was voor een grijze jager en toekomstige koning, die altijd als eerste van alles op de hoogte gebracht worden, een hele beproeving. Vrienden en kennissen konden al weken dood zijn, zonder dat zij het wisten.
“Wat gaan we vanavond doen?” probeerde Arnaut het gesprek naar een minder bedrukkend onderwerp aan te snijden. Halt gaf echter geen antwoord. Zijn ogen zochten gespannen de bosrand af. Arnauts hand ging naar zijn zwaard.
“Laat maar, Arnaut”, zei Halt tot Arnauts verbazing. “Goed volk.” En niet veel later kwam Sean tussen de bomen tevoorschijn. Arnaut sprong overeind om zijn vriend te omhelzen.
“Waar bleef je zolang? Is het gelukt? Hebben de koningen besloten samen te werken? Hoeveel manschappen heb je bij je? Hoeveel infanterie?”
“Rustig maar, Arnaut. Dat zal ik je allemaal vertellen. En ja, alle koningen zijn hier. Ze hadden niet veel keus anders zouden ze waarschijnlijk niet lang meer koning zijn.” Halt trok een wenkbrauw op.
“Ik ben benieuwd hoe die onderhandelingen verlopen zijn.”
“Dat vertel ik je wel als we die vervloekte zeerovers huiswaarts hebben gestuurd.” Halt knikte.
“Daar kan ik me in vinden.”
“Goed, kom mee. Dan stel ik jullie voor aan de andere koningen om een strijdplan op te stellen. Arnaut, het lijkt me niet zo verstandig om hen te vertellen dat je in Araluen de troonopvolger bent. Is het goed dat ik je uitgeef voor de Krijgsmeester van de koning?” Arnaut haalde zijn schouders op. Hij gaf niet zoveel om titels en protocol.
“Prima hoor, doe maar wat je het beste lijkt.”