Het kleine sneeuwmeisje [SA]
Reacties.
.
Verbaasd keek ze naar buiten. Het sneeuwde. Het kleine meisje had nog nooit zoiets wondermoois gezien. Het was de eerste keer dat ze de sneeuwvlokken uit de lucht zag vallen. 'Wauw.' zei ze heel stil terwijl ze zich nog altijd afvroeg waar de witte massa vandaan kwam. Het was prachtig om haar zo te zien kijken, vol verwondering, verbazing en geluk in haar fonkelende oogjes. Je zag hoe opgewonden ze was, en wou meteen naar de sneeuw toelopen. Ze wou de vlokjes voelen, ruiken en zoveel meer. Snel en vol ongeduld liep ze naar de gang, waar ze haar jasje van de kapstok nam. Ook haar wantjes greep ze bij haar. Ze deed het allemaal zelf, zonder haar moeder. Het meisje was heel zelfstandig en wou het liefst zoveel mogelijk zelf ontdekken. Keurig trok ze haar blauwe jas aan en ritste hem dicht. Daarna nam ze haar wanten en liet ze over haar handen glijden, tot haar vingertjes helemaal goed zaten. 'Joepie!' riep ze vol geluk, als ze klaar was om de sneeuw van dichtbij te zien. Op haar kousevoetjes liep ze naar de deur, waar haar schoentjes haar opwachtten. Keurig stak ze haar voetjes erin, zodat ze snel naar buiten kon om de sneeuw op haar huid te voelen. Als ze klaar was, bleef ze nog even staan. 'Hier ga ik.' zei ze met een schattig accentje en ze trok zacht de deur open. Ze voelde hoe een zacht briesje haar al tegemoet kwam. Ze ademde diep in, en zette haar eerste stappen op het witte tapijt. Ze vond het raar dat het plots begon te kraken onder haar kleine kindervoetjes. 'Oei?' zei ze vol verbazing. 'Maak ik de sneeuw kapot?' Ze maakte zich zorgen en was bang, want ze vond het zo mooi dat ze het niet wou verpesten. Ze wou niet dat het mooie witte tapijt stuk zou gaan door haar voetstappen, maar daar was natuurlijk niets aan te doen. Het was alsof ze met de sneeuw communiceerde, ze praatte ertegen alsof de sneeuw haar dierbaarste bezit was. Ze reikte haar koude handjes naar de sneeuw uit, en nam een handvol van de grond. Haar warme handschoentjes beschermden haar tegen de koude en het water. 'Kom eens hier.' zei ze stil en ze legde de sneeuw op haar buikje. Ze wreef erover, en een aantal vlokken vielen uit haar handen, en zochten terug een weg naar de grond, de plaats waar ze vandaan kwamen. 'Wil je niet?' vroeg ze met een schuldgevoel. 'Oké dan.' En ze liet sip haar lipje hangen. Ze hield de sneeuw die wél bleef liggen, stevig in haar handjes. 'Komen jullie dan maar mee.' Opgetogen liep ze terug naar het terrasje, waarna ze op haar beurt terug naar binnen huppelde. Met veel zorg legde ze het hoopje sneeuw zacht op de grond. Zo kon ze haar schoentjes rustig uitdoen, en keurig wegzetten, wat ze ook deed. Haar blik viel terug op het hoopje sneeuw. Ze raapte het op, en liep naar de keuken. Opgewonden als ze was, gooide ze de sneeuw op tafel en nam een klein, doorzichtig doosje. Met een beetje moeite, maar ze gaf niet op, kreeg ze het potje open. Het deskeltje legde ze zorgvuldig naast het hoopje sneeuw op tafel. En met veel liefde en zorg plaatste ze de sneeuw in het potje. Het deksel ging er terug op. Ze zette ze het terug op tafel. Ze ging op een afstand staan en keek vol vreugde naar het doosje met de sneeuw. Schattig hoorde je haar lachje door de kamer weergalmen. Ze was gelukkig, ze had het allemaal zelf gedaan, en het was alsof ze iets nieuw leven gaf. De sneeuw. Ze zette het potje weg en nam een fles choco uit de koelkast. Ze nam een tas en goot ze netjes vol. Zonder morsen. Daarna warmde ze de choco op. Dat vond ze gezellig op een koude dag. Dat deed ze al sinds ze zelfstandig kon drinken. Ze dronk haar tas choco uit. Ze genoot ervan. Nadat ze haar choco had opgedronken, besloot ze te gaan slapen. Het drankje maakte haar slaperig. Moe als het meisje was, slenterde ze naar boven. Haar sneeuw liet ze achter, nadat ze er met haar kleine, zachtje handje nog voor een laatste keer over wreef, als 'nachtkusje'. 'Slaapwel.' zei ze stilletjes, en ze ging in haar bedje liggen. Het was een zware dag, vol nieuwe ontdekkingen, belevenissen. Ze viel dus niet lang nadat ze ging liggen, in slaap. Ze droomde over haar dag, hij was zo geweldig. Volmaakt bijna. Soms hoorde je eens hoe ze lachte, net zoals ze deed toen ze de sneeuw vond, zag, rook, voelde en er één mee werd. Haar droom was zo prachtig, dat de nacht vlug voorbij ging. Ze was helemaal uitgeslapen en had helemaal zin in een nieuwe dag. De wil om de sneeuw te zien, leidde haar uit het warme bed. Huppelend ging ze de trap af, zonder haar om te kleden. Dat deed ze niet veel 's winters. Ze vond het gezellig om de hele dag in haar pyjama rond te lopen. Vooral 's avonds vond ze dat leuk. Ze liep vol ongeduld de keuken binnen, en zag het potje staan. Ze was zo blij. Maar toen ze dichter ging kijken, het potje bij zich nam en opentrok, verging haar lieve lach van haar gezicht. Het meisje begon te huilen en de fonkeling uit haar betoverende ogen verdween. De sneeuw was gesmolten. Hoe kon dat? Had ze het misschien te veel warmte gegeven door haar liefde? Haar zouten tranen mengden zich met de gesmolten sneeuw. De hele dag was ze er triest van. Haar sneeuw was weg, voor altijd. Maar hoewel de sneeuw gesmolten was, haar potje staat er nog altijd, na al die jaren.
Reacties.
Reageer (2)
wouw, ik zag het zo voor me
1 decennium geledenHij is inderdaad best lang.Maar ik vind hem echt heel leuk.En ik zie dat klein meisje al helemaal voor me.:'}
1 decennium geledenNou,leuk leuk dus.
Xx<33