Nurmanon - 9

“U bent goed, beter dan enig ridder die ik ooit ontmoet heb.” Nurmanon was zo overdonderd door die woorden, dat hij te laat door had wat de ander van plan was. Zijn helm werd van zijn hoofd gerukt…

“Goede God. Hoe oud ben jij?”
“Zestien,” antwoordde Nurmanon. Reynold bekeek hem van top tot teen. Nurmanon was zich pijnlijk bewust van de donshaartjes op zijn kin.
“Als ik niet zelf tegen je gevochten had, zou ik denken dat dit een grap was.” Er was een stilte neergedaald over het toernooiveld. Plots kam een ridder het strijdperk op.
“Jij bent helemaal geen ridder, daarom streed je zonder wapenteken!” Dat was niet helemaal waar, hij streed zonder wapenteken om niet herkend te worden, maar dat kon hij niet zeggen. Het feit bleef dat hij geen ridder was en aan dit toernooi mochten alleen ridders deelnemen. Er brak een storm van protest uit. Iedereen was het er over eens dat die jongeling moest worden gestraft, omdat hij het lef had zich uit te geven voor een ridder, terwijl hij het niet was. Nurmanon zei niets. Hij kon niet zeggen wat hem tot zijn deelname gedreven had, dus zat er niets anders op dan zijn straf te aanvaarden.
“En nu is het genoeg!” Reynolds stem schalde over het veld. “Hij heeft zich voldoende bewezen om zijn deelname te rechtvaardigen en iedereen die het daar niet mee eens is, mag dat hier komen zeggen!” Het werd doodstil. Reynold draaide met zijn ogen. “Nu zwijgen ze. Kom mee, jongen.”
“Dank u, heer.”
“Niets te danken. Is het je opgevallen dat diegenen die het hardst riepen, de ridders waren die jij verslagen hebt?” Nurmanon schudde zijn hoofd. “Ze wilden gewoon hun wapenrusting en paarden terug zonder je ervoor te betalen en ze voelen zich aangetast in hun eer, omdat een groentje als jij hen overrompeld hebt.”
“Maar ik kan het geld goed gebruiken,” flapte Nurmanon eruit.
“Dat dacht ik al. Als het je om eer en roem te doen was, deed je niet incognito mee.” Reynold zweeg even. “Ik heb een voorstel, verkoop mij die spullen. Je hebt zelf gezien hoeveel er tegen mij durven in te gaan.”
“Dat zou geweldig zijn.”