II
‘Wat is dit?’ vraagt ze kalm en ze maakt een wijds gebaar om zich heen.
Archontes’ blik is ondoorgrondelijk. Zijn houding lijkt meer op die van een standbeeld, stijf en onecht. Zo is ook zijn blik en Tessa krijgt niet het gevoel dat hij het prettig vindt om hier te zijn, terwijl ze dat zelf wel heeft.
‘Dit is het Tussenpad,’ beantwoordt Archontes haar vraag zonder zijn aandacht op de omgeving te richten. Alsof hij alles al gezien heeft.
Tessa begrijpt niet wat hij bedoeld en wacht geduldig tot ze meer informatie krijgt.
Archontes voorziet haar in die behoefte door te zeggen: ‘Je ligt daar.’
Het onbegrip van Tessa groeit na die woorden, tot ze ziet dat Archontes zijn linkerarm opzij heeft gestrekt en met een vinger naar een gat in de kleuren wijst. Dat had er net nog niet gezeten en het is alsof deze werkelijkheid overloopt in de volgende, een werkelijkheid die Tessa veel bekender voorkomt.
Tessa loopt naar het gat toe en voelt met haar nieuwe zintuig dat Archontes haar volgt, al maakt hij geen geluid en raakt hij haar niet aan.
Ze ziet een bekende straat. Tessa voelt een onbekende opwinding als ze de gebouwen en de mensen herkent en wil Archontes daarover vertellen, tot haar een tafereel opvalt dat midden op straat plaatsvindt.
Met haar vingers om de rand van de witte omgeving, tuurt Tessa van bovenaf naar de straat. Ze hoort geloei van sirenes en het gegil van stemmen. De geluiden komen deze keer niet uit haar eigen hoofd, maar klinken alsof er een dikke glasplaat tussen de bron en Tessa zelf staat.
Er ligt bloed op het asfalt en een eindje van het schouwspel vandaan draait een eenzaam fietswiel rond aan een verbogen velg. De band is plat en het stuur is losgeschoten en in de struiken terechtgekomen die een schoolplein sieren.
Tessa herkent het witblonde haar van een van haar vriendinnen en ziet dat ze huilt. Haar schouders schudden en er komen mensen om haar heen staan. Er staan meer mensen in groepjes bij elkaar en kijken weg van de straat waar inmiddels ook een ambulance is gearriveerd.
Ze weet dat ze normaal doodsbang zou zijn geweest als ze er zelf zo dichtbij had gestaan, maar nu voelt Tessa helemaal niets. Haar hart klopt niet in haar keel en ze voelt geen medeleven met haar vrienden en docenten die bij de weg staan.
De ambulancebroeders leggen een lichaam op een brancard en er wordt een deken over het meisje heen gelegd. Met een hol gevoel in haar binnenste kijkt Tessa toe hoe ze het laken over haar hoofd leggen en de brancard de ziekenwagen binnen rijden. Het lichaam heeft geen zuurstofmasker, wordt niet aangesloten op een hartmonitor en de ziekenwagen rijdt kalm en onverstoord weg.
‘Dit is je dood,’ zegt Archontes zonder een spoor van mededogen. Hij kijkt net als Tessa op het tafereel neer. De docenten en leerlingen blijven op de stoep staan en een duo agenten stelt hen wat vragen, waarvan de woorden Tessas oren niet bereiken.
Ze kijkt weer naar Archontes, maar hij lijkt haar niet meer te zien of is plots gefascineerd door wat hij beneden kan zien. Tessa vraagt zich af waarom hij dit met haar deelt of dat dit ook zijn dood is.
‘Ik ben dood,’ constateert ze. Haar gedachten zijn kalm en ze voelt geen hysterie opkomen bij dit idee. Het is alsof ze het al heeft geweten vanaf het moment dat ze hier haar ogen opende. ‘Ik kan het me niet herinneren.’
‘Natuurlijk niet,’ zegt Archontes alsof ze een stomme opmerking heeft gemaakt. ‘Je dood hoort niet bij het leven, maar bij het sterven en dat is waar we nu zijn.’
Tessa begrijpt hem niet, maar weet niet of ze die gedachte uit zal spreken. Archontes lijkt haar niet iemand die ervan houdt om veel vragen te beantwoorden.
Archontes zucht en zegt: ‘Je bent hard op weg om dood te gaan. Ik moet je alleen eerst meenemen.’
Tessa knikt en besluit dat ze het maar gewoon over zich heen moet laten komen, hoewel ze dat gedrag totaal niet op dat van haar vindt lijken. Iemand gewillig volgen, is niet echt iets voor haar en ze vraagt zich af of dat door deze plek komt.
Ze kan zich namelijk niet herinneren dat ze zich ooit zo kalm heeft gevoeld op een vreemde plek. Zelfs in het nieuwe huis van haar vader had ze meer gevoeld, meer negatieve dingen gevoeld, dan ze nu doet en dat terwijl ze nu op het punt staat om te sterven, zoals Archontes het heeft gezegd.
Reageer (3)
Dat is echt... raar.
1 decennium geledenWaauw, echt supergaaf <3!
1 decennium geledenDit is echt.. wow. Je hebt echt talent! x
1 decennium geleden