Hoofdstuk 3
Halt volgde de route die de krijgsheer voor hem had beschreven. En kwam aan bij een bescheiden man die de beste paardentrainer ooit zou zijn. Toen Halt aankwam en aan Bob, de stalmeester vertelde wat hij van plan was met die kleine paardjes. Eerste lachte Bob hem vierkant uit. 'Waarom zou ik me beperken tot het niveau van kleine, dikke, trage pony's?' zei hij lachend. Maar hij veranderde van mening toen hij de "kleine, dikke, trage pony's" zag rijden. 'Die zijn sneller dan ik dacht' zei Bob verwonderd.
'Ze zijn slimmer dan die volbloeden en ik weet dat jij de beste bent voor hun om alles te leren aan de paarden. Maar ik wil dat je ze iets leert waardoor ze niet gestolen kunnen worden, alles wat ze niet kennen beschouwen als gevaar en ze moeten bevelen kunnen gehoorzamen zoals achteruit en ze moeten ervoor zorgen dat je geen verschil merkt als ze worden bereden of juist niet, denk je dat dat zal lukken?' 'Ik kan het proberen' De jager draaide zich om en liep weg.
'Wil je tonen wat je kan?' Halt schrok op uit zijn gedachten, hij zag een klein kind dat met zijn vader had gestoeid. 'Waarom zou ik dat doen?' vroeg Halt.' 'Omdat ik het anders aan mijn vader vertel' Oké, wat wil je zien?' zei Halt geërgerd. 'Boogschieten, nee, sluipen, nee magie, eh alle drie?' 'Oké, maar ik kan niet toveren mensen denken dat, maar dat is niet zo.' Ondertussen pakte Halt zijn boog en hij nam een pijl. Hij spande aan en verdween in het niets. Opeens hoorde de kleine jongen het suizen van een pijl, in de roos zat een pijl doorboord door nog een pijl. 'Zalig' zei Gilan vol enthousiasme. De mondhoeken van de jager gingen een paar centimeter omhoog. Hij was blij dat de jongen dit niet zag.
Reageer (1)
Sorry dat ik het zeg, maar zo praat en gedraagt Halt zich helemaal níét. Ook schrikt hij niet op van een kind, hij is een getrainde Grijze Jager die mensen van veraf aan te zien komen.
1 decennium geleden(Zit ik weer te zeuren, terwijl je verhaallijn heel mooi is.)