Hoofdstuk 2

'En waarmee verwelkom je ons vandaag?' vroeg de krijgsheer. 'Hallo, waar bevindt zich de paardenmeester, oude Bob?' vroeg de jager heel direct. Hij antwoordde ' linksaf dan de 2e rechts naast de stallen.'
En opeens verdween de jager in het niets. Verbaasd keek Gilan om zich heen. Waar was die mysterieuze man dacht hij.
'Wie was dat?' vroeg de 12 jarige jongen. Zijn vader antwoordde 'Dat was Halt, een Grijze Jager. Ze zeggen dat Grijze Jagers 24 levens in hun koker hebben, daarmee bedoelen ze dat de jagers ongelofelijke n hun pijlenkoker hebben omdat er 24 pijlen in die koker zitten en omdat ze ongelofelijke scherpschutters zijn. Ze zouden met één pijl zelfs het snelste paard neerschieten. Ze beschermen elk hun Leen, Halt beschermt redmont. Ze kunnen zich ook onzichtbaar maken, hoe weet ik niet, maar verder weet ik bijna niets over hen.'
Gilan stelde zich met een gelukzalige blik voor hoe hij 24 mensen met pijlen doodde en een heel leger betoverde en dat zonder gezien te worden. 'Kom we gaan verder met trainen'
'Nee, pap ik wil geen ridder worden, ik wordt grijze jager.' 'Maar je wou toch al lang ridder worden?' vroeg zijn vader. 'Nu niet meer, ik wil dat ook kunnen.' 'Ben je het zeker, als je grijze jager wordt, kan je niet meer terug, je weet het toch wel zeker?' Gilan knikte hevig en zag uit zijn ooghoeken de jager aankomen met dikke kleine schattige pony's.