× 3
Met open mond kijk ik door de enorme kledingkast, ofwel mijn eigen inloopkast. Ik pak een simpel setje, bestaande uit een wit hempje en een lichtblauw jeans. Ik ga naar het midden van mijn kamer en begin een langzaam rondje te draaien, op zoek naar makeup. Als ik 't niet vind, besluit ik maar naturel te gaan. Nieuwsgierig loop ik naar het mooie zwarte nachtkastje, waar een aantal fotolijstje op staan, met een wekker, lamp en sieraden. Ik bekijk de foto's op mijn nachtkastje, hopend op terugkomende herinneringen. Ik zie weer foto's van mij en mijn familie. Dan valt mijn oog op twee foto's. Een foto van vijf jongens en een foto van één van die jongens. Voorzichtig pak ik het fotolijstje van de jongen vast terwijl ik zo hard mogelijk hem probeer te herkennen. In plaats van antwoorden, krijg ik steken in mijn hoofd. Ik leg het mooie lijstje gauw op de kop. Mijn oog valt op een papiertje aan de achterkant. 'Forever together.. kisses HS' staat er in sierlijke letters. Diep gravend in mijn geheugen probeer ik te achterhalen wie of wat HS is. Na een aantal minuten geef ik het op. Ik vraag het later wel aan mijn ouders. Treurig zucht ik. Allemaal door dat stomme ongeluk.
"Mag ik mee boodschappen doen?", vraag ik voorzichtig aan mijn moeder. Ondertussen ruim ik het stenen bordje, van mijn ontbijt, op. Twijfelend kijkt ze me aan. "Is dat niet wat te snel?" Lichtelijk geïrriteerd schud ik mijn hoofd. "Ik ben ontslagen uit het ziekenhuis, dus ik ben fit genoeg", protesteer ik. Ik loop naar de gang om mijn jas te zoeken uit de vele jassen aan de kapstok, maar stop al gauw weer. Ik wist natuurlijk niet welke van mij was. Ik kijk mijn moeder onzeker aan maar knik kort als ze nog eens om bevestiging vraagt. Ze pakt onze jassen en geef mij een bruin leren jack.
"Er kunnen mensen naar je toe komen, dat weet je toch?", zegt mijn moeder als we voor de winkel staan. Ik knik overtuigd en stap de auto uit. "Ik blijf wel gewoon bij je, mam", zucht ik terwijl we richting het grote gebouw lopen. Ik haak mijn arm door die van mijn moeder en loop met een glimlach mee.
"O mijn god, is dat haar?!""Ja dat is Lucy!""Oh mijn Harry""Ze is zo mooi in het echt""Helemaal niet""Lucy!" Allemaal geroep over mij hoor ik achter ons. Angstig kijk ik achterom waarna de groep meisjes mijn naam nog harder begint te gillen. Onbewust klem ik me steviger vast aan mijn moeder. Ik zie haar gezicht op onweer staan, waardoor ik nog angstiger word. Als het geschreeuw alleen maar erger word stop ik. Ik draai me om en kijk ze vragend aan. Ik draai toch weer snel terug als er flitsen van camera's me verblinden. Ik kreun zacht als de hoofdpijn weer optreed. Dit was, denk ik, de druppel van mijn moeder. Ze draait zich om en schreeuwt naar de meiden dat het nu geen geschikt moment is. Ze trekt me vlug mee aan mijn arm, richting een achteruitgang. Zo goed als ik kan probeer ik haar te volgen. Al snel begin ik te hijgen. "Mam please.." Sterretjes beginnen zich weer te vormen voor mijn ogen en mijn ademhaling word steeds zwaarder. Helder nadenken kan ik niet meer. Ik hoor mijn moeder vloeken en mij proberen te kalmeren. Enkele seconden later voel ik een grote hand op mijn schouder en krijg ik een zakje in mijn gezicht geduwd, waar ik in begin te ademen. Langzamerhand word ik weer rustiger en begin ik weer normaal te ademen. Ik barst in huilen uit en kruip tegen degene achter me aan. Ik voel hoe ik voorzichtig opgetild word en word meegenomen. Aan mijn zijkant hoor ik mijn moeder protest maken. Wacht, zijkant? Verward kijk ik omhoog, en kijk recht in twee bruine ogen van een jongen. Een jongen van het fotolijstje.
Reageer (1)
Uhg dit is nu al een leuk verhaal.! Heel erg snel verder schrijven!
1 decennium geleden