× 1
Met een zucht laat ik me van mijn bed afglijden. Mijn blote voeten raken de witte, koude vloer. Ik sta langzaam op om het pijnlijke gebonk in mijn hoofd zo zacht mogelijk te houden. Ik glijd met mijn voeten in mijn zachte Uggs. Ik pak mijn te grote vest van het stoeltje naast mijn bed, die momenteel leeg is. Ik trek hem aan en sla vervolgens de witte deken terug over mijn bed. Ik kijk de kamer nog eens rond. Alles wit. Op de muur achter mijn bed hangen kaartjes en beterschap-ballonnen. Mijn ogen spotten de pijnstillers op het kastje naast het bed. Voorzichtig pak ik ze en neem ze in. Ik laat me zachtjes zakken op het bed en staar gedachteloos voor me uit. Ik schrik als ik een hand op mijn schouder voel. Ik kijk achterom en knik naar mijn dokter. "Nog last van de hoofdpijn?" Voorzichtig schud ik mijn hoofd. Eigenlijk wel, maar ik wil graag naar huis, weg uit dit ziekenhuis. De oude man kijkt me nog eens onderzoekend aan, maar laat het zitten.
Ik kijk licht glimlachend omhoog als ik een jongensstem in de gang hoor. Mijn glimlach vervaagt al gauw weer als ik een 10-jarig jongetje zie staan. Ik probeer een lach te faken, wat goed genoeg lukt. "Hey Brian", begroet ik mijn kleine broertje. Hij vliegt me om mijn nek, waarna ik genietend mijn armen om hem sla. Ik had hem gemist. Ik bijt hard op mijn lip om mijn tranen binnen te houden. Ondertussen begonnen de steken in mijn hoofd weer op te spelen. Ik glimlach gauw weer als mijn broertje me weer aankijkt. Hij springt gauw van mijn schoot als hij zijn naam hoort vanuit de gang. Niet veel later komen mijn ouders binnen, met een rolstoel. Dankbaar laat ik me in de rolstoel zakken, terwijl mijn moeder de kaartjes van de muur afhaalt. Ik heb nog niet eens de kans gehad om de gekleurde kaarten te bekijken. Ik kijk vragend op als ik gekuch hoor. Mijn arts lijkt me lichtelijk lachend aan. "Ik hoop je hier een tijd niet meer te zien. Beterschap mevrouw Mason!" Ik bedank hem waarna mijn vader de rolstoel de kamer uit rijd.
Voorzichtig stap ik de auto uit, terwijl mijn vader zich snel naar mij haast om me te ondersteunen. Op een rustig tempo lopen we naar de voordeur van het grote huis. Ik kijk goed om me heen om de omgeving in me op te nemen. Als we binnen zijn, kijk ik verwonderd naar de grote hal. "Zal ik je naar je kamer brengen lieverd?", hoor ik mijn vaders stem van achter mij. Ik schud vastbesloten mijn hoofd. Ik wil eerst het huis zien. Hij zucht zachtjes en begeleid me naar de gigantische woonkamer. Onder de indruk laat ik me voorzichtig zakken op de bruine, leren bank. Terwijl ik de details in me opneem, hoor ik mijn moeder gefrustreerd tegen de telefoon praten. Als ze mijn vragende uitdrukking ziet, glimlacht ze lichtjes en loop ze de open keuken in. Ik kijk naar de muren en zie foto's hangen. Foto's van mij en de familie. Ik krijg alweer tranen in mijn ogen als ik de foto van mij en mijn beste vriendin zie hangen. Een kleine anderhalf jaar geleden zijn we verhuisd naar een andere plaats in Engeland. Hierdoor is onze vriendschap, blijkbaar, verwaterd. Ik schud mijn hoofd lichtjes en bedenk dat ik weer medicijnen moet nemen. Ik loop de keuken in waar mijn moeder tegen het aanrecht steunt. "Mijn medicijnen", fluister ik. Mijn moeder knikt begrijpend en pak de pilletjes uit een kastje. Met lichte tegenzin neem ik ze in. "Laat me je naar boven brengen" Ik zucht zachtjes en volg mijn moeder. Ik stop als ik sterretjes voor mijn ogen zie. Ik probeer mijn moeder te roepen, maar het lukt niet. Langzaam worden de sterretjes zwarte vlekken. Ik voel hoe ik op word getild en gerustgesteld laat ik mijn ogen helemaal dichtvallen.
Reageer (1)
Mooi geschreven! Mijn abo heb je
1 decennium geleden