Inzending opdracht 2 - MarshmallowS
Het regende pijpenstelen en Wanda deed met tegenzin haar paraplu open. Ze baalde ervan dat Lenny met de auto weg was, maar ze kon niet anders dan gaan. Haar handen werden rood van de kou en ze omklemde haar paraplu stevig. De wind waaide hard en ze wist niet of deze het wel ging volhouden tot het einde van haar tripje. Na een eind lopen kwam ze bij het gebouw aan waar ze Xander zou ontmoeten. Ze was blij dat hij haar nog wilde zien en wilde helpen na dat akkefietje tussen Lenny en hem van laatst. Ze moest er maar niet bij vertellen dat ze Lenny graag wilde verrassen. Een glimlach verscheen op haar gezicht toen ze hem bij het tafeltje zag zitten.
‘Hallo Xander,’ groette ze hem.
‘Wanda.’ Hij knikte kort naar haar. Hij was koeler dan hij meestal was en Wanda hoopte niet dat er iets ergs gebeurd was.
‘Het kostte me even moeite, maar dan ben ik er ook.’ Ze schoof de stoel tegenover hem naar achteren en ging zitten.
Hij reageerde niet. Wanda keek nerveus toe hoe hij met geërgerd met zijn vingers op tafel bleef tikken. Ze schraapte haar keel, maar zei niets. Ze wachtte tot hij zou zeggen wat er met hem aan de hand was.
“Weet je Wanda, het is dat Lenny je broer is, anders had ik gevraagd dat je bij hem uit de buurt bleef. Die kerel is niet te vertrouwen.”
“Hij probeerde me gewoon te beschermen!” Wanda kneep haar hand tot een vuist terwijl ze haar woede probeerde binnen te houden. Hoe durfde Xander te beweren dat Lenny niet te vertrouwen was? Hij was haar tweelingbroer. Ze hadden heel hun leven bij elkaar gewoond. Alles met elkaar gedeeld. Ze waren twee handen op een buik. Waterdruppels gleden vanuit haar lange lokken naar beneden en drupten op de houten tafel. Het vormde een donkere plek in het lichte hout en haar ogen fixeerden zich op de natte plek. Haar paraplu had blijkbaar niet alles kunnen beschermen.
“Het feit dat hij me een blauw oog heeft geslagen heeft hier niets mee te maken, ik heb hem een paar dagen geleden nog gezien toen ik naar huis wandelde nadat ik iets was gaan drinken met Simon,” hij haperde even, zich afvragend of hij erbij moest vertellen dat het donker was en hij niet eens zeker was of het wel om Lenny ging. Maar hij besloot dat deel te verzwijgen. Anders zou Wanda hem zeker niet geloven.
“Volgens mij dealt hij. Ik zag hem een zakje wit poeder aan een onbekende geven in ruil voor geld.”
“Dat kan niet. Je hebt het vast verkeerd gezien. Dit gaat wel om het feit dat hij je geslagen heeft! Je bent kwaad op hem en nu wil jij dat ik ook kwaad word op hem.”
“Ik zweer je dat dat mijn bedoeling niet is, je moet me geloven Wanda.” Xander zuchtte.
“Ik weet niet of ik dat kan,” zei ze zacht.
Wanda legde haar hand op tafel en rijkte naar de vingers van Xander die nu stillagen op het tafelblad. Maar voor ze zijn vingers bereikte trok hij zijn hand weg.
“Je broer is met smerige zaakjes bezig, Wanda en als je me niet wilt geloven heb ik hier niets meer te zoeken.”
Hij schoof zijn stoel naar achter en wou opstaan maar Wanda hield hem tegen. “Wacht,” zei ze. Xander keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ze zocht iets van emotie in de groene ogen, iets van begrip, maar ze vond niets. Ze sloeg haar ogen neer en staarde naar het witte tafelblad.
“Ik wil je wel geloven Xander maar ik had gewoon nooit verwacht dat Lenny zoiets zou kunnen doen.”
“Dit is geen wraak om het feit dat hij me een blauw oog heeft gegeven Wanda, als je dat denkt, ik weet wat ik gezien heb. .”
Wanda zuchtte en leunde naar achter. Haar gedachten gleden onwillekeurig naar het incident. Xander was blijven slapen.
Wanda voelde Xanders lippen op de hare en kreunde lichtjes. Ze hield haar ogen gesloten en woelde met haar hand door zijn haar terwijl ze genoot. Plotseling knalde de deur met een luide bang open.
“Ga van haar af smerig ventje!” schreeuwde Lenny.
Hij trok Xander ruw van haar af en pinde hem tegen de muur.
“Lenny!” riep Wanda in paniek toen haar broer zijn hand tot een vuist balde en tegen Xanders gezicht aansloeg.
“Dat is Xander,” zei ze.
“Het kan mij niet schelen of hij je vriendje is of niet, hij moet met je smerige poten van je afblijven., je bent godverdomme nog maar vijftien Wanda!”
Dat was de eerste keer dat Wanda zo bang was geweest voor haar broer. Zijn ogen hadden gesmeuld van woede en teleurstelling. Hij had de kamer pas weer verlaten toen hij met zijn eigen ogen had gezien dat Xander zich weer had aangekleed. Niet dat dat veel verschil maakte. De sfeer was toch al verpest geweest.
“Wat nu?” vroeg Wanda zacht.
“We kunnen niet veel doen, ik wil gewoon dat je voorzichtig bent en je niet laat meeslepen in zijn zaakjes. Ik zie je graag Wanda en ik wil niet dat jou iets overkomt.”
Wanda glimlachte lichtjes. “Beloof me dat je je erbuiten houdt,” drong hij aan.
“Ik beloof het.”
“Goed.”
Xander stond op en liep naar haar toe. Hij trok haar overeind en drukte zijn lippen op de hare.
“Want ik wil je niet kwijt,” zei hij zacht tegen haar lippen. Hij voelde hoe Wanda glimlachte.
“Zo gemakkelijk raak je van mij nog niet af,” zei ze zacht voor ze haar lippen weer op de zijne drukte.
“Zullen we een wandeling maken?” vroeg Xander
“Maar het regent.”
Xander wierp een blik op haar paraplu. “Ik denk dat dat witte ding met bloemetjes ons wel zal beschermen tegen die vernietigende waterdruppels.” Wanda keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Toen ze buiten stapten waren de pijpenstelen veranderd in een miezer dat zachtjes op hen neerdaalde. De wind waaide nog zachtjes maar vocht niet meer om het bezit van haar paraplu. Ze wandelden in stilte, hun vingers verstrengeld terwijl ze genoten van elkaars gezelschap. Wanda’s gedachten zaten bij Lenny. Hij zei dat hij naar een vriend ging. Ze had er eigenlijk niet verder bij nagedacht. Maar met Xanders informatie… Normaal gezien zei haar broer altijd de naam van de vriend als hij weer eens een van hen ging bezoeken. Maar nu had hij dat niet gedaan. Zou hij op weg zijn om zich met die smerige zaakjes bezig te houden waar Xander het over had? Ze kon het bijna niet geloven. Maar terwijl ze er dieper over nadacht sijpelden de een na de andere herinnering terug. Hoe hij plots werd gebeld en onmiddellijk weg moest zo’n twee weken geleden zonder een deftige uitleg te geven. Hoe hij steeds meer kortaf was als ze hem iets vroeg. Hoe hij zich steeds vaker in zijn kamer opsloot, met nervositeit en angst in zijn ogen. Zou Xander het dan toch bij het rechte eind hebben?
“Waar denk je aan?” vroeg Xander.
“Niets speciaals, waarom?”
“Je fronst, je fronst enkel als je ergens heel diep over nadenkt.”
“Ik dacht aan Lenny.”
“Ssht,” zei Xander plots toen we net een zijstraatje passeerden. Hij trok me weer achteruit en drukte zichzelf tegen de muur. Voorzichtig keek hij om de hoek. “Kijk,” zei hij zacht. Ik deed wat hij van me vroeg. Mijn hart bonsde sneller toen ik voorzichtig om de muur heen keek. Ik zag mijn broer en een onbekende jongen. De jongen keek nerveus heen en weer terwijl mijn broer hem iets toestopte en in ruil daarvoor geld in ontvangst nam. De twee jongens gingen elk een andere richting uit na de overhandiging. Lenny kwam onze kant op.
“Gewoon wandelen,” zei ik zacht. “Alsof we niets hebben gezien.”
Ze wandelden voorbij het straatje en reageerden verbaasd toen Lenny opdook.
“Oh hej broertje, ik dacht dat je bij een vriend was?” vroeg Wanda hem nonchalant.
“Ja, ik euhm, het zijn jou zaken niet Wanda,” zei hij ruw.
“Ok, als je het zo gaat spelen, ik heb net gezien hoe je die deal maakte met die jongen, als je er niet mee ophoud stap ik naar de politie.”
“En wat dan?” spotte hij. “Ze kunnen me niks maken, er zijn geen bewijzen, je zult hooguit hun tijd verdoen.”
“Je bent veranderd Lenny.”
“Misschien wordt het tijd dat jij eens opgroeit Wanda, je moet niet alles van mij weten en ik moet niet alles van jou weten. Hou je erbuiten.”
“Lenny, doe dit niet,” zei Wanda zacht.
“Ik doe met mijn leven wat ik wil en daar heb ik geen bemoeizuchtige zus voor nodig.”
Wanda wendde haar blik af en staarde naar de grijze tegels onder haar voeten. Zijn bruine ogen die ooit vol twinkelingen hadden gezeten hadden haar woedend aangestaard. Ze kon het niet verdragen dat hij zo naar haar keek. Ze hoorde hoe zijn voetstappen langzaam wegstierven maar ze keek niet om.
“Het lijkt erop dat je gelijk hebt.”
Xander sloeg zijn armen om haar heen en drukte haar stevig tegen zich aan. Hij drukte een kus op haar kruin.
“Ik ben er voor je,” zei hij zacht.
Er zijn nog geen reacties.