Ik was onzeker toen ik de schuur binnen was gestapt. Louis had me zo bang aangekeken. Maar toen hij me dankbaar aan had gekeken voor de frietjes, had ik geweten dat het het juiste was om te doen.

Nu zit ik voor me uit te staren op mijn bed. Het is 's avonds laat, en de jongens liggen al in bed. Ik kijk naar buiten, het is pikkedonker. Louis spookt door mijn hoofd. Ik heb niets laten merken over dat ik naar Louis geweest was, dan zou ik echt op mijn flikker gekregen hebben. Luke haat hem, echt. Ik kan me niet voorstellen waarom, eigenlijk.
Het is niet zo dat Louis ons pijn heeft gedaan of iets dergelijks. Het is gewoon hun succes wat ons jaloers had gemaakt. We hadden ook zoveel succes gewild. Maar nu ben ik echt tot inkeer gekomen; we hadden Louis niet moeten ontvoeren. Het voelt vreselijk. Alsof we een misdaad begaan. Ja, dat doen we natuurlijk ook.
Ik vraag me af hoe de jongens van One Direction er tegenover staan. Ik vind dat we ze moeten laten weten dat Louis het goed maakt - behalve zijn verwondingen dan. Hij had doorligplekken en wondjes op zijn polsen van het touw. Het was vreselijk om te doen en ik voelde me zo schuldig. Ik zou hem vrij willen laten, maar ik kon dat echt niet tegen Luke zeggen. Die zou me vermoorden.
Calum had gelijk gehad. Het was een vreselijk plan geweest. Als dit uitkwam, dan waren we voorgoed afgeschreven als boyband. Maar we konden niet meer terug. We moesten iets verzinnen om te voorkomen dat ze erachter kwamen dat wij het waren.

Ik werd wakker door een warme hand op mijn schouder. Calum stond voor me met een glas warme chocomel. 'Goedemorgen Ash,' zei hij. 'Heb je niet goed geslapen?'
Ik keek verward om me heen. Ik lag op mijn bed, met mijn kleren nog aan, bovenop de dekens. Ik was in slaap gevallen terwijl ik nog aan het piekeren was, gisteravond. Wat moesten ze in godsnaam van me denken?
'Kom je eten? Luke en Michael zijn naar Louis, ze zullen zo terug zijn.'
Met moeite stond ik op, mijn spieren waren stijf. Het hotelraam stond open en het was ijskoud in de kamer. Snel trok ik andere kleren aan en waste mijn gezicht. Daarna ging ik lusteloos aan de keukentafel zitten terwijl Calum een broodje met ei en warm spek voor me maakte. Het rook heerlijk, maar mijn eetlust was weg. Ik had geen honger.
'Wat is er?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Niets,' mompelde ik. Calum liet het er maar bij. Langzaam at ik mijn broodje, en na één hap voelde ik me al bomvol. Mijn chocomel was koud toen ik hem opdronk. 'Ik ga nog even liggen,' zei ik toen. Net toen ik op bed lag, ging de voordeur open. Luke en Michael kwamen binnen en praatten Calum bij. Ik hoorde het al niet meer, ik was in slaap gevallen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen