003. Carly
Ik zit in de les briefjes te schrijven met Charlotte. Ze is echt een goede vriendin van me geworden. Ik moet lachen om de dingen die Charlotte op het papiertje krabbelt. We hebben de dikste lol samen. Opeens staat Cilia op. Even later komt ze terug met een brede glimlach op haar gezicht. 'Die kijkt blij.' zeg ik tegen Charlotte. Die haalt haar schouders op. 'Ach, laat haar joh.' zegt ze terug. Eindelijk gaat de bel. Ik stop vlug mijn boeken in mijn tas en loop het lokaal uit. 'Waarom ben je zo blij?' hoor ik Charlotte aan Cilia vragen. Nieuwschierig kijk ik hun kant op. Cilia zegt wat en dan lopen ze met zijn tweeën weg. Ik vind gewoon een weg naar de aula. Het is nergens voor nodig om achter hen aan te lopen. Anders hadden ze me vast wel meegevraagd. Plotseling wordt mijn weg geblokkeerd. Ik bots tegen een jongen aan. Ik word rood. 'Sorry.' zeg ik snel. Ik probeer snel weg te lopen. De jongen houdt me tegen. 'Het geeft niet.' zegt een stralende glimlach. En zijn ogen... 'Ben je nieuw hier?' vraag ik. De jongen knikt. 'Nouja, eigenlijk ga ik hier naartoe verhuizen. Ik zit dus nog niet officieel op deze school.' legt hij uit. 'Ik hoop wel dat je voor deze school kiest, hoor!' lach ik. 'Zeker weten, sinds jij op deze school zit.' knipoogt hij. Ik lach verlegen. 'Ik moet weer gaan.' zegt hij als we even hebben staan kletsen. 'Ik ook.' zeg ik. Ik zie mijn vriendinnen aan komen lopen. Als ze mij met de jongen zien, draait Cilia haar met een ruk om. Charlotte wilt haar achterna lopen, maar toch blijft ze staan. Ik zeg de jongen gedag en loop dan naar haar toe.
'Wat was er?' vraag ik. 'Iets met een jongen.' antwoord ze. Aha! Het was dus deze jongen! Daarom liep ze weg. 'Zou kunnen.' antwoord Charlotte. Zei ik dat nou hardop? 'Jep, alweer.' lacht Charlotte. Ik lach mee. 'Zeg, wie neem je nou mee?' vraag ik. Charlotte haar gezicht betrekt. 'Euh, weet ik nog niet.' zegt ze vlug. 'Ik wil het wel snel weten hoor!' zeg ik als een grapje. Charlotte knikt. 'Ik laat het je snel weten.' Daarna wordt er niks meer gezegd. Als we bij het Franslokaal zijn, rent Charlotte meteen naar Cilia toe. Ze begint vrolijk te ratelen. Man, hoe kan ze altijd zo actief zijn? Cilia praat vrolijk mee, maar als ik erbij kom wordt ze stil. 'Praat maar gewoon door hoor, ik ben geen roddelaar zoals andere mensen.' zeg ik. Cilia wendt haar gezicht meteen van me af. Oké, misschien klonk dat gemeen. Maar zij begon ermee. Met een zucht loop ik het lokaal in. Het zou nog wel eens een lange dag kunnen worden.
Er zijn nog geen reacties.