Kokhalzend stak ik opnieuw mijn vingers in mijn keel, mijn hele maaginhoud weer ophoestend.
"Je bent dik. Je bent dik. Je bent niet mooi, zoals de rest. Je moet afvallen, dikzak." mompelde ik tegen mezelf. Mijn stem klonk rauw en mijn buik deed zeer van het vele overgeven. Langzaam stond ik op en spoelde de wc door, zodat er geen bewijs van mijn braaksel over bleef. Niemand hoefde dit te weten. Ik begaf mijzelf naar het kraantje en spoelde mijn mond. Mijn mascara was uitgelopen door de vele tranen die over mijn wangen liepen en mijn lippenstift was uitgesmeerd door het vele ophoesten van mijn maaginhoud.
Ik bekeek mijn lichaam in de spiegel en zag dat ik een en al bot was. Vel over been. Toch was ik niet tevreden met mijn lichaam, want als je in die modebladen keek zag je dat die vrouwen nog veel perfecter waren. Hoe dunner hoe mooier, was wat ik dan altijd zei. Gelukkig voor mij waren er geen ouders meer die zich zorgen over mij maakten. Ik was geadopteerd, maar mijn adoptieouders zijn verongelukt in een auto ongeluk. Sindsdien leef ik bij een goede vriend van me, Keith. Voor mij was hij net een grote broer, zoveel vertrouwde ik hem.
"Je bent lelijk, zie je wel." mompel ik tegen mezelf, waarna ik een wc-papiertje pak om de make-up resten weg te vegen. Daarna controleer ik kort of mijn ogen niet rood zijn geworden, voordat ik de badkamer weer uit loop. Hierdoor bots ik bijna tegen Keith op, alsof je het over de duivel had.
"Oh, hey. Hoe voel je je?" vroeg hij, terwijl hij me bezorgd aan keek. Vragend keek ik hem aan, tot ik me weer besefte dat ik zei dat ik me niet lekker voelde en daarom minder at.
"Het gaat wel weer een beetje. Nog een nachtje slapen en dan ben ik er wel weer van af." loog ik, maar deze ziekte zou zeker bij me blijven. Ik was ziek, ziek in mijn hoofd. En er was niets wat mij tegen mijzelf zou kunnen beschermen.
"Ah, oké. Gelukkig maar." Een scheve glimlach kwam op Keith's gezicht en hij liep weer verder. Zelf liep ik door naar mijn slaapkamer, die ik deelde met Keith's hond Blake. Een rasechte Siberische husky. Hij zag er vals uit en zelfs voor zijn ras was hij reusachtig, maar in werkelijkheid was het een schat van een dier. Tenminste, dat was hij zolang je hem maar niet uitdaagde. Dan zou hij je zonder pardon aanvallen.
"Hé big boy." grijnsde ik naar Blake, waarbij ik de slaapkamerdeur weer dicht deed achter me. Ik woelde even over zijn kop en liet me daarna op mijn bed ploffen. Blake kantelde zijn hoofd en keek mijn kant op. Grinnikend keek ik hem aan en klopte op mijn bed. Dit liet hij zich geen tweede keer zeggen en sprong per direct op mijn bed, bovenop mij landend.
"Ugh, je bent zwaar!" mompelde ik, waarna ik hem van me af duwde en ruimte voor hem maakte naast me. Toen hij eenmaal lag, keek hij me met een scheef hoofd aan, wetende dat er iets mis was met me. Ik kreeg pas door dat ik weer huilde toen hij een traan van mijn wang af likte, alsof hij me probeerde te troosten. Snikkend kroop ik tegen hem aan en begroef mijn gezicht in zijn dikke vacht. Het kriebelde en stonk een beetje, maar ergens was het ook kalmerend.
Een klein glimlachje verscheen op mijn gezicht toen ik ineens een grote hondenpoot bovenop me voelde. Dit was ook een van zijn manieren om me te troosten. Het voelde namelijk ongeveer hetzelfde als een soort omhelzing. Meestal lag hij dan een van zijn voorpoten bovenop me, hoewel hij het liefste helemaal bovenop me zou gaan liggen.
Langzaam val ik in slaap, nog steeds tegen Blake aan gekropen.

Reageer (1)

  • Meride

    Dit is echt een mooi verhaal klein verhaaltje dan()
    Ga je hier nog meer over schrijven of pak je gewoon een klein stukje uit iemand anders zijn verhaal?

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen