You Belong With Me: Part 33
Cailey.
Met trillende handen keek ik zuchtend in de spiegel. Vandaag zou de school geëvacueerd worden en iedereen ingelicht worden. We zouden ons voorbereiden op de strijd, een plan bedenken en morgen zou het dan uiteindelijk zover zijn. Ik zuchtte en gooide de borstel weg. Ik had gehoopt dat het veel langer zou gaan duren, maar uiteindelijk was het moment toch gekomen. Ik zuchtte en bekeek me nog eens goed. Vandaag zag ik er anders uit dan anders, onmenselijker. Mijn haren hadden een vreemde tint licht paars gekregen, een beetje lila. Mijn ogen hadden dezelfde kleur en mijn huid zag bleker. Ik had een paars jurkje aan en mijn hakken pasten goed bij het geheel. Ik zag er onmenselijker uit. ‘Kom je? Het is tijd. Ze zal nu vast ongeveer uit gepraat zijn.’ Het was Anouk. Ik knikte en liep met haar mee naar de grote zaal. Ik was bewust niet komen ontbijten vanmorgen, zodat professor Anderling haar uitleg kon doen voordat ik arriveerde. Maar ik kon niemand ontlopen, ze moesten me zien voordat ze het zouden geloven, ze hadden bewijs nodig. Vlak voor we de deur opende, kneep Anouk zacht in mijn hand. Ik glimlachte en opende toen zelfverzekerd de deur, maar mijn hart klopte in mijn keel. Iedereen keek meteen onze richting uit. Ik negeerde ze en liep, net als op mijn eerste dag hier, recht door tot aan de oppertafel. ‘Ik was net klaar met vertellen’ knikte Anderling. Ik richtte me tot de zaal en zag iedereen me ongelovig aankijken. ‘Jullie hebben net mijn verhaal gehoord, maar volgens mij geloven jullie het nog niet echt.’ Zei ik. Meteen begon het rumoer. Ik maande iedereen tot stilte. ‘Luister naar me, wat professor Anderling verteld is waar. En ik en Anouk kunnen dat bewijzen. Ik heb hier geen water, en voor vuur hebben jullie volgens mij genoeg bewijs aangezien mijn haar en ogen al maanden veranderd, maar we kunnen jullie wel de lucht laten zien.’ Zei ik. Ik knikte naar Anouk en meteen sprong ze in de lucht, waarna haar vleugels uit haar rug schoten en haar jurkje veranderde. Ongelovige gilletjes weerklonken door de hele zaal toen ze rond vloog door de zaal, toverde zonder haar toverstok en overal bloemen liet verschijnen. Uiteindelijk ging ze weer naast me staan en haar vleugels verdwenen. Aan de blikken in de zaal te zien wilde niemand het geloven, maar ze wisten best dat het écht was. ‘Maar, wat gaat er dan gebeuren? Gaan ze de aarde echt vernietigen?’ jammerde een stem ergens in de zaal. ‘Dat weet ik niet. Ik weet alleen dat morgen rond deze tijd hun legers zullen arriveren en dat ik jullie zal verdedigen! Ik zal er alles aan doen om de aarde te beschermen, ik zal vechten voor jullie!’ antwoordde ik. ‘Ik ook!’ riep een stem krachtig door de zaal. Melody en Harmony waren tegelijk opgestaan en keken strijdlustig de zaal rond. ‘Nee!’ snauwde ik. ‘We zetten geen levens op het spel’. ‘O ja? En als je verliest, hoeveel levens gaan er dan verloren? We willen je helpen Cailey. En daar kan je niets aan veranderen. Wij zullen vechten voor onze wereld! We staan achter je!’ Dit keer was het Niels. Ik keek met tranen in mijn ogen de zaal rond toen steeds meer leerlingen opstonden. ‘Cailey, of ze nu hier blijven om je te helpen of weg gaan, als jij faalt heeft het geen zin. Alle hulp is welkom’ fluisterde Anouk in mijn ogen. Ik knikte, ze hadden gelijk. Mijn vrienden stond achter me en daar zou ik kracht uit putten. Maar als ik het overleefde en een van hen stierf, zou dat me voor eeuwig achtervolgen. Een gigantische patronus in de vorm van een paard kwam plots door de muren zweven en kwam voor me tot stilstand. ‘We komen er aan, we zijn er over enkele minuten’ De stem van mevrouw Lenisens weerklonk door de hele zaal. Ik hapte naar adem en ging snel op een stoel staan. ‘Goed, als jullie willen helpen moeten jullie weten wat jullie te wachten staat! Over enkele minuten staan de leerlingen van Glombor hier, zij zullen jullie alles vertellen over hun krachten, en hoe jullie ze kunnen bevechten terwijl ik met de leraren, mijn tante en enkelen onder jullie een plan opmaak! Zij die liever naar huis gaan, kunnen nu gaan. De jongste onder jullie zou ik dat ten strengste aanraden.’ Ik sprak luid zodat iedereen me kon horen, maar niemand stond op. ‘Goed dan’ mompelde ik.
Na enkele minuten vloog de deur open en alle leerlingen van Glombor kwamen de zaal in gelopen, met voorop mijn tante. ‘Hebben we iets gemist? Zou iedereen niet weg moeten zijn nu?’ lachte ze. ‘Nou, ze hebben besloten ons te helpen’ zei ik. ‘O, goed dan. Wanneer beginnen we?’ vroeg ze. ‘Als de anderen hier zijn’ antwoordde ik. Bijna meteen kwamen verschillende tovenaars en heksen de grote zaal binnen. De minister van toverkunst, enkele schouwers en een hele hoop mensen die ik niet kende. Allen leken dolgraag te helpen. Een vreemd gevoel overviel me. Deze mensen, sommige die me nauw aan het hart lagen, anderen die ik kende. Ze stonden allemaal achter me en zouden me helpen. Ik zou het niet alleen moeten doen.
Er zijn nog geen reacties.