'Chels!' Sammy komt gillend op me afgerend en springt hyperactief tegen me op.
Het is een beetje een pijnlijk moment. Ik had Thomas belooft dat we niemand bekends zouden tegenkomen, hij is namelijk een beetje panisch voor bekende mensen als we samen zijn. Ik geef hem een stomp, en zeg 'stel je ff voor aan mn vrienden, ja!' Kars en James staan er een beetje hulpeloos bij.
Thomas staat er met een saggereinig hoofd bij te kijken. Wat een zuurpruim. 'Normaal is ie wel wat vrolijker hoor.' zeg ik, en Sammy giecheld.
'Wel een lekker ding zeg!' fluisterd ze in mijn oor. Ik geef haar een duw. 'Zal ik vast de boodschappen gaan doen?' zegt Thomas.
'Doe maar.' snauw ik. Als hij de Albert-Heijn in is gelopen, begint Sammy enthausiast te ratelen. 'Wat een lekker ding, hoor!'
Ik haal mijn schouders op. 'Weet ik, maar hij doet nu echt heel vreemd.'
'Hij vind het misschien een beetje raar om opeens vrienden van je te zien. En dan vooral wij.' zegt Kars over hem en James.
Ik sla een arm om hem heen. 'Ach lekker ding, dat heeft denk ik niks met zijn jaloezie te maken, hij heeft genoeg meisjes vrienden. Dus dan hoeft hij over mij niet te gaan zeiken.'
We staan nog even een sigaretje te roken, als Thomas weer naar buiten komt met de boodschappen. Hij loopt zonder iets te zeggen naar zijn auto. Ik blijf staan. Als hij weer uit zijn auto komt om me op te halen, kijkt hij gelukkig wat minder saggy.
'Sorry van net hoor, was gewoon beetje stressig.' zegt hij. Op dit moment schaam ik me best wel voor hem, maar dat komt omdat ik wil dat mijn vrienden hem zien hoe leuk hij echt is, en hoe ik hem ken.
'Ik ga ervandoor.' ik knuffel mijn vrienden en loop met Thomas naar de auto.
'Wat deed jij raar?' zeg ik op de terugweg.
'Ja hallo, staan opeens je vrienden voor je neus. Dan weet ik ook niet wat ik moet doen.'
'Kan ik daar wat aan doen, ofzo? Je zei eerst altijd dat je ze wilde ontmoeten.'
Hij haald zijn schouders op. 'Ik had er gewoon even echt geen zin in. En volgens mij vind Kars je wel leuk.'
Bij een stoplicht stap ik uit. 'Bekijk het maar' zeg ik. Ik loop een stukje en ik voel me weer wat rustiger worden. Wat een zeikerd, zeg. Hij moet het niet zo overdrijven. Zóveel schelen we toch niet van elkaar? En dan over Kars, pfft.
Ik had niet van hem verwacht dat hij daar jaloers om kon zijn. Hij gaat met tientallen meisjes om, daar zeur ik toch ook niet over?

Tot mijn afschuw zie ik net Kevin met zijn vrienden de MC uitkomen.
Kevin knuffeld me. Ieuw. 'Sorry, ik moet naar huis.' zeg ik.
'Nee darling, ik zie aan je dat er iets met je is. Zal ik je thuis brengen? Of wil je met mij mee?'
'Breng me maar thuis.' Hoef ik tenminste niet te lopen, hihi.
Achterop de scooter voel ik me weer wat vrolijker worden. Lekker boeiend van die Thomas, die bel ik vanavond wel weer op.

Maar als ik die avond thuiskom, zitten daar tot mijn verassing Sjel en zijn vader bij ons op de bank. Ik bloos. Ik heb eigelijk nauwelijks meer aan Sjel gedacht, best gek. Want nu ik hem zie, begint het weer te kriebelen. 'Oh, je bent er! Hey Chels, willen jij en Sjel even Roti gaan halen? Kan 'ie gelijk even de buurt zien.'
'Tuurlijk', zeg ik vrolijk. 'Leen jij mijn fiets maar even, Sjel.' zegt mijn moeder.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen